885
Weldra zijn spits eu patrouilles op het hooge terrein C., het gros ine, de
achterspits aan de achterzijde met het front naar achteren. (6.25 V.M.)
Op het hooge terrein eens achteromgekeken en een cavaleriepatrouille
teekent zich duidelijk af op den heuveltop a. Dit is een patrouille,
die de commandant der cavalerie bij de colonne vóór de infanterie-
voorhoede heeft ingedeeld om op hooge, goed uitzicht gevende punten
in de richting van de vooruitgeschoven cavalerie te observeeren.
Geen tijd meer verloren, denkt de escadronscommandant, er is ge-
zichtsverband naar achteren, de vijand schijDt zich niet in het voorterrein
te wagen, dus in draf voorwaarts en opgerukt naar D, waar het
hooge terrein eindigt en van waar de stelling van den vijand over de
sawahvlakte voor kampong F zal waar te nemen zijn.
Bericht aan den colonnecommandant te zenden van de gevonden
overgangen en dat er tot nog toe geen tegenstand is geweest, wordt
niet noodig geacht, omdat de colonne-commandant dit wel begrijpen
zal uit het steeds voorwaarts gaan der cavalerie; daarom geen nutte-
looze krachtsverspilling van de paarden.
Het hooge terrein dwingt tot stappen; het gaat nu heuvel op heuvel
af, op de spits vallen uit de linkerflank een tiental schoten, wat aan
leiding geeft, dat de luitenant met de linker verkenningspatrouille
naar die flank rijdt en spoedig ziet, dat dit vuur op verren afstand
van achter een zjjwaarts gelegen heuveltop wordt afgegeven. Nu
die zijn goed -voor de cavalerie op de flank, denkt de luitenant, en
maakt daarop keert, om weder achter de spits te volgenwegrijdende
vallen er nog enkele schoten, die zijn trompetter verwonden, schot
door de rechter dij. „Raak," zegt de trompetter en de luitenant, die
hem vraagt of hij naar het gros wil gaan, krijgt ten antwoord: „ik
zal mijn been maar over den poetszak gooien, luitenant, het zal wel
marcheeren." Een teug cognac uit de veldflesch van den luitenant
en de trompetter blijft zijn dienst doen, al trekt hij nu en dan een
pijnlijk gezicht.
Even voor D ziet de wachtmeester commandant van de spits boven en
achter de kampong F iets bruinachtigs afsteken, wat hij voor een van de
bentings op de heuvels achter de kampong houdt, terwijl de linker verken
ningspatrouille rapporteert, dat een bende van ongeveer 30 vijanden uit
het heuvelterrein naar het zuiden in de richting van kampong F oprukt.