895 Yooral wordt dit moeielijk bij hen, die voor den vijand gewond zijn. Men is dan al licht geneigd tot te groote humaniteit, al moet ook het koele verstand zeggen, dat een lijder aan malaria of leverabsces er veel slechter aan toe is dan de meeste gewonden, als hunne wonden geheeld zijn. De pensioeDsbepalingen, die op het oogenblik van kracht zijn, werken de misleiding in de hand en ik kan gerust de verklaring afleggen, dat van de 100 voor den vijand gewonden, die eene nabe handeling noodig hebben, 80°/o hunne gebreken erger doen voorkomen dan ze zijn. Zeer veelvuldig geschiedt het ook, dat deze gewonden zich in den beginne gewillig laten behandelen, elektriseeren, masseeren, tot op het oogenblik, waarop ze beginnen in te zier-, dat de genezing voU ledig zou kunnen worden. Op een goeden dag, als men er het minst op verdacht is, springt zoo iemand plotseling op, roept: „God ver domme, dat verdraag ik niet langer", en weigert voor goed alle ver dere behandeling. Yoor een paar jaren, na de Lombok-expeditie, was dit de gewone loop van zaken. Yan de overweging uitgaande, dat een behandeliug, zoo lang voortgezet als nog hoop op verbetering bestaat, zoowel zedelijke plicht van het Gouvernement als voordeel voor den gewonde is, werd toen het besluit genomen, dat degenen die zich aan de be handeling met massage onttrokken, en bij wie met massage alge- heele genezing te verwachten was, zonder gagement zouden worden gepasporteerd. Het geschiedde dan ook aldus met twee der gewonden, een Ambonnees en een Europeaan. Maar ziet, de Ambonnees richt zich per request tot den Gouverneur-Generaal en deelt in dat request o. a. mede, dat hij tijdens de behandeling met een stuk hout was geslagen. Hoewel dit leugen was en dus laster ten opzichte van een officier van gezondheid, werd den man pensioen, verhoogd pensioen wel te verstaan, toegekend en tegelijk met hem ook aan den Europeaan in questie. Commentaar overbodig. Yan dit oogenblik af aan is het schering en inslag, dat officieren van gezondheid bedrogen worden, gebrutaliseerd, etc. en geen macht hebben als het er op aan komt, en als logisch gevolg door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 426