918
Damelijk het bestendig onderhouden van een aanzienlijk getal strijders
gaat het beleid en de middelen der Atjehsche hoofden te boven, en
zelfs wanneer die middelen voorhauden waren, zouden voor hen vele
bezwaren aan het onderhoud dier strijders verbonden zijn, omdat de
hoofden geene geregelde depótplaatsen weten aan te leggen of deze
tegen onverhoedsehe aanvallen onzer troepen in veiligheid te stellen,
zoodat tochten van groote benden kort duren en de benden zeiven
spoedig verloopen. Die benden zijn evenwel bijzonder geschikt om
den oorlog en de aanklevers er van gaande te houden. Zij vinden
in Groot-Atjeh overal middelen van bestaan en schier Op alle punten
toevluchtsoorden en schuilplaatsen, die onze troepen niet gemakkelijk
weten te ontdekken, waardoor zij die benden ook moeilijk weten te
achterhalen. Atjehsche hulptroepen kunnen dit om verschillende
redenen beter doen.
Kon men op die hulptroepen staat maken, dan zou men, door
langzamerhand uit onze geconcentreerde stelling met hen alle voorname
passages te bemachtigen en aan de vijandelijke benden den toegang
tot alle voorname kampongs af te snijden, den vijand de middelen van
onderhoud voor eene vereenigde, eenigszins talrijke macht ontnemen.
De benden des vijands ageeren niet in onderling verband. Het
een of ander plan om ons afbreuk te doen wordt zelden met onder
ling overleg genomen. Public spirit ontbreekt den leiders, esprit
de suite aan hunne leiding.
Ten einde in de levensbehoeften dezer benden te voorzien, wordt
door de bevolking eene belasting in geld of in levensmiddelen op
gebracht, oewang sabil genaamd. Moesten zij alleen van de oewang
sabil leven dan zouden de benden het niet erg breed hebbenwant
de belasting brengt alleen wat op als men ziet, dat de 'benden tegen
ons vechten. Daarom moeten zij gedeeltelijk van roof leven. Zij
bestaan dus van hetgeen ieder strijder voor zich heeft kunnen mede-
nemen en dit is spoedig opgeteerd of van hetgeen hij van de
bevolking machtig kan worden. Men kan er dus zeker van zijn,
dat zoodra de medegevoerde en bemachtigde leeftocht, opium en
munitie verbruikt zijn, de benden weder huiswaarts keeren.
In het open veld vermijden zij een beslissend treffen. Zij ver
spreiden zich, indien zij worden aangevallen en, meesterlijk van het