923
surtout frapper vite" van den vijand. Men kan dat doen, wanneer
men de sterkste is en tegenover een vijand staat, die aan tactische
orde en voeling, aan eene operatiebasis, aan magazijnen, aan operatie-
lijnen en strategische punten gebonden is; maar welke resultaten
verkrijgt men daarmede, als men niet de sterkste is en tegenover een
vijand staat, die uit de gewapende bevolking, eene guerilla bestaat,
welke, geslagen zijnde, spoorloos verdwijnt? Men wil toch wat meer
bereiken dan het moreel onzer troepen verhoogen en dat van den
vijand te doen dalen
Is men de sterkste, kan men als gevolg daarvan tot het offensiei
overgaan dan is men in Atjeh en Onderhoorigheaen door gemis van
wegen en door onvoldoende middelen van vervoer tot voorzichtig
ageeren gedwongen. Dit leidt er toe, dat de bevelhebber zelden met
spoed kan ageeren. Hij begint al dadelijk het afmattende klimaat
met al de gevolgen er van tegen zich te hebben. Hij vindt nergens
plaatsen, waar hij zijne troepen onder dak kan brengen of zijne
verbruikte vivres kan aanvullen. Hij kan bij onvoldoende transport
middelen voor zijne Artillerie, Genie, Intendance en Geneeskundigen
dienst geene landslieden requireeren om met hunne handen, paarden
en andere trek- of draagdieren, voer- en vaartuigen te helpen. De
troepen moeten leven van hetgeen hij mede kan voeren. De ver
pleging van de troepen is afhankelijk van zijue magazijnen. Hij moet
deze medenemen of in hunne nabijheid blijven. Het eerste is, met
het oog op het ontbreken van berijdbare wegen en voldoende transport
middelen, zelden mogelijk. De bevelhebber is dus of hij wil of niet
aan zijne magazijuen gekluisterd: bij overzeesche tochten in den regel
de vloot. Hij is ten slotte, uit een humanitair oogpunt, verplicht, zijne
doodeu te begraven en zijne zieken en gewonden met zich te voeren.
Zoodra het besluit genomen is tot permanente bezetting van het
veroverde land, behoort tot de keuze van onze hoofdvestiging te worden
overgegaan. Deze moet aan de eischen der staatkundige, burgerlijke
en militaire belangen voldoen. Het is toch eene onmisbare voorwaarde
om tegelijkertijd te kunnen voldoen aan de eischen van de veiligheid,
de goede werking van het bestuur en de commercieele en industrieele
ontwikkeling. Met de hoofdvestiging moet men het, vooral uit een