924
staatkundig oogpunt, belangrijkste gedeelte van het land in zjjne
macht hebben. Van dit gedeelte moet dat door ons beheerscht worden,
waar de kern der bevolking gevonden wordt. Daartoe moeten wij
ons vestigen langs de waterwegen; want in elk land, waar geene
gebaande wegen zijn, heeft het verkeer der bevolking in den regel
plaats langs de waterwegen en kan men er zeker van zijn, dat de
groote massa, de kern der bevolking langs den hoofdwaterweg woont.
Wij moeten a clieval op den hoofd water weg zitten.
Men kan de hoofdvestiging in militairen zin op drie wijzen veilig
en rustig houden: 1°. door het postenstelsel, 2°. door mobiele colonnes
en 3°. door beide stelsels te combineeren.
Het postensteisel of bentingstelsel gedurende den oorlog op Java
van 1825 tot 1830 heeft goed voldaan.
Het postenstelsel in Groot-Atjeh heeft tot dusver niet goed voldaan.
Reeds in Juni 1875 telde onze hoofdvestiging aldaar 40 posten met
eene bezetting van 2000 tot 3000 man en 55 vuurmonden. Toch
hield men daardoor niet meer terrein beveiligd dan den bodem,
waarop de posten stonden. Toch moesten, trots dat postenstelsel,
alle proviandeeringen onder bescherming der bajonet geschieden en
waren de detachementen, escortes en patrouilles voor het houden van
gemeenschap met het hoofdkwartier aan hinderlagen en de posten
aan overrompeling blootgesteld. De verliezen, die ons leger in Gfroot-
Atjeh door die hinderlagen en overrompelingen geleden heeft, waren
niet gering. Die posten waren niet altijd op goede punten en in een
goed tactisch verband opgericht; zij waren bovendien niet altijd naar
eisch vastgelegd, d. w. z. niet door goede wegen met elkander en
met het hoofdkwartier verbonden. Het nut dier posten, beweerde
de Generaal van Swieten, woog niet op tegen de offers aan man
schappen en geld, die zij eischten en nog minder tegen de moeilijk
heden, waaraan zij ons door aanraking met de vijandige bevolking
blootstelden. Wanneer eene bevolking of een deel daarvan met zijne
hoofden eene militaire bezetting vraagt om daarin bescherming te
vinden voor hare goede gezindheid tegenover ons, kan het in over
weging worden genomen of het in ons belang is, de kosten te dragen,
die er het gevolg van zullen zijn en in de meeste gevallen zal het