932 het bepaalde in de Comraandementsorder di. 10 September 1890 No 189, acht ik het noodig, die order in herinnering te brengen. De postcommandanten moeten op het ondervolgende letten: 1. De spionnen des vijands komen zeer vaak als handelaren op de pasar's bij onze voorposten en versterkingen. Daarom late men die personen nooit binnen onze versterkingen. 2. Soms komen die spionnen zich als vluchtelingen bij onze voor posten of versterkingen melden om te trachten ons met een mede lijden opwekkend gezicht het een of ander diets te maken. Indien men deze personen niet onder bewaking stelt, maken zij zich na eenigen tijd weder uit de voeten. 3. Wanneer in tijden van spanning of gisting een bevriend hoofd een voorstel doet, met onze troepen vereenigd tegen den vijand op te treden, moet dit verzoek in den regel, voorzichtigheidshalve, worden afgewezen. De ondervinding in den Padrioorlog heeft ons geleerd, dat er bevriende hoofden zijn geweest, die bij de ontmoeting met den vijand hun masker afwierpen en met hem gemeene zaak maakten. Men denke steeds aan het tipoe Atjeli. INFANTERIE. Patrouilles. Men zij zoo spaarzaam mogelijk met het uitzenden van allerlei patrouilles en kleine detachementen. Moet men ze uit zenden dan liefst sterke patrouilles of andere detachementen; want het uitzenden van allerlei patrouilles en kleine detachementen is allerverderfelijkst. In den strijd tegen onger egelde benden, tegen de gansche vijandige bevolking is alleen het werken met de vereenigde strijdkrachtenmet de massa vruchtbaar; alleen de massa iB in staat den doorslag te geven bij den strijd tegen een vijand, die zijne kracht zoekt in het verspreid en ongeregeld gevecht en ons hiertoe tracht uit te lokken in een moeilijk, uiterst lastig terrein, waarop hij meester is. Met patrouilles en andere kleine detachementen in een vijandelijk land marcheerende, houde men nimmer in of bij een kampong halt. Er zullen kampong's worden gevonden, waarvan de bewoners onze soldaten allervriendelijkst ontvangen, hen uitnoodigen, in de kampong te rusten, ja, hen zelfs ongevraagd op ververschingen onthalen om

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 467