986 worden geacht, is geene gemakkelijke taak. Yoor het begeleiden van convooien kieze men, zoo mogelijk, flinke oificieren en troepen uit. De verdediging eischt o. m. de kennis van 1. het te doorloopen terrein, 2. de beteekenis der lading, 8. de waarde der transportmiddelen. Ofschoon zoowel Infanterie als Cavalerie de transporten kan dekken, zal in A'jeh die dekkiDg in den regel aan Infanterie worden opge dragen. Het is echter wenschelijk, bij een groot convooi, zoo mo gelijk, altijd eenige ruiters in te deeieu voor het verrichten van verkennings- en ordonnansdienst. Gedachtig aan de tactische eischen der verdediging van een convooi, kan de escorte daarvan bezwaarlijk aan Cavalerie alléén worden opgedragen. Nachtmarschen. Nachtelijke bewegingen zijn tegenover een vijand, die den guerilla-oorlog voert, zoo weinig mogelijk aan te bevelen, tenzij men over troepenafdeelingen beschikt, die uitmuntend geoefend ea gedisciplineerd zijn (1) Een nachtmarsch kan tegenover een onge organiseerden inlandschen vijand alleen noodig zijn: 1. zoowel bij een opmarsch als bij een terugtocht tot vroegtijdige bereiking van eene stelling zonder gevecht; 2. tot het ter hulp snellen van eene bedreigde colonne of een aangevallen post; 3. tot het innemen eener hinderlaagstelling; 4. tot verkenning der vijandelijke positie; 5. tot overvalling van den vijand (oplichten van vijandelijke hoofden, enz). Van alarmeering der guerilla door onze troepen is geene sprake. Nachtelijke opmarschen voor een daggevecht hebben in Indië zelden plaats, omdat zij in het Indische klimaat den troep veel afmatten en zijne gevechtskracht voor den volgenden dag verminderen. In 1882, 1892 en 1896 vonden zij in Groot-Aijeh een paar malen plaats. (1) In de „Taktische aanbe'telingen en -wenken voor den tweeden veldtocht tegen Atjeh" leest men op psg. 7: «Zonder driügende noodzakelijkheid (b. v. bij alarmee ringen of verrassingen) geene nachtmarschenIn den oorlog op Java van 1825 1830 en in den Padrioorlog waren de nachtmarschen niet zoo zeldzaam als in den Atjehschen oorlog, om redcneD, die voor de hand liggen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 471