940
hunne colonne werd aangevallen gedurende den marsch of in den
marschvorm, deze in den regel beginnen moet, het carré te formeeren,
wanneer het terrein dat toelaat.
Met het oog op hetgeen eene colonne al zoo volgt of liever gezegd
daarbij ingedeeld wordt, zal de binnenruimte van zoodanig carré
dikwijls groot moeten zijn.
Halt houden en naar heide zijden front maken. De colonne, die
zich soms op of in een défilé beweegt, kan meermalen de carréformatie
niet aannemen. Haar rest dan niet anders dan door te marcheeren
totdat zij dat wel kan doen of halt te houden en naar beide zjjdeu
front te maken. De exercitiereglementen van de Infanterie van 1886
schrijven voor, hoe dit geschieden moet bij colonnes op vier en twee
gelederen. Da Atjehsche oorlog en trouwens ook vroegere Indische
oorlogen leerden ons ook de toepassing van het halt houden en naar
beido zijden fiont maken van den colonne op één gelid kennen. Als
Gouverneur van Atjeh schreef de Kolonel van Teijn in 1886 voor,
hoe dat geschieden moest. (Patrouilles en kleine detachementen, die
halt hielden, behoorden steeds tevens naar beide zijden front te maken
en, zich op onveilig terrein bevindende, de positie van „Vaardig"
aan te nemen). In mijne in 1890 ingediende voorstellen tot wijziging
der exercitiereglementen heb ik het voorschrift van den toenmaligen
Gouverneur van Atjeh overgenomen.
Marschveiligheidsdienst In den guerillaooriog moet men den troep
zooveel mogelijk bij elkander houden. Zoo weinig mogelijk patrouilles
uitzenden en als men ze uitzendt dan moeten ze zoo sterk zijn, dat ze
door eene Atjehsche bende, die haar bespringt, niet kunnen worden
afgemaakt. Zij moeten zóóveel gevechtskracht hebben, dat zij stand
kunnen houden totdat er van de marcheerende colonne hulp komt
opdagen. Standhouden? Ja, zooveel mogelijk. Wij weten nu een
maal, wat de Atjehsche vijand van eene retireerendepatrouille denkt
zij heeft eene andere beteekenis dan in den oorlog tegen den geor-
ganiseerden vijand.
De spits mag dus ook niet retireeren. Zóóveel gevechtskracht,
maar ook zóóveel leiding moet die hebben, dat de colonnecommandant
daarop vertrouwen kan. Het is dus aanbevelenswaardig, de spits
sterk te maken en door een 2en luitenant of dienstdoenden officier