528 Doch bij regens zuigt het niet waterdichte, 1,8 KG. zware klee- dingstuk een ongehoorde massa vocht op, begint loodzwaar te wegen en is op het laatst benauwend warm; bovendien belemmert zoo'n mantel, niemand zal het ontkennen, den man in zijne bewegingen te paard, hetzij dat het kleedingstuk al of niet vochtig is. Bij eenigs- zins regenachtig weer wordt de mantel dan ook niet meegenomen; dan maar liever geen mantel mee en een frisch stortbad opgeloopen. Naar mijne meening is dan ook de betrekkelijk zware mantej alleen geschikt voor diensten te voet in het garnizoen, doch behoort hij overigens te verdwijnen uit de uitrusting van den cavalerist. De mantel zou vervangen kunnen worden door het kleedingstuk, dat reeds jaren in Frankrijk gedragen wordt en dat men onlangs ook in Nederland voor de bereden wapens heeft ingevoerd, nl. de pelerine of losse mantel zonder mouwen, welke eenvoudig wordt om geslagen en dan hoogstens tot de heupen reikt. Zoo'n losse mantel of pelerine van lichte waterdichte stof kan te paard zittend gemak kelijk omgeslagen of afgedaan worden, beschut voldoende tegen den regen, is niet warm en belemmert in geenendeele de vrije beweging der handen of armen bij het gebruik der wapens. Zulk een kleedingstuk behoeft voor Indië slechts 0.9 of 1.00 KG. te wegen. De pelerine kan dus ten allen tijde bij regenachtig weer diensten bewijzen en is lichter dan de mantel. In Nederland denkt men er zelfs over dit kleedingstuk ook voor de niet-bereden officieren (niet voor den troep) in te voeren. Gaat men er hier toe over bij de bereden wapens (dus oök den troep zooals in Holland), dan zal eindelijk ook de bereden Indische officier een geschikten mantel hebben om er bij regen mee te paard te zitten, daar hij zich tot nu toe, zonderling genoeg, moet behelpen met een overjas naar het model der onbereden wapens, dus niet geschikt om er mee te paard te rijden. Al bepaal ik mij tot de door mij voorgestelde gewichtsbesparing en verbetering door[het aannemen van den lossen mantel, en tot de invoering van den waterdichten mondzak, dan wordt er ten slotte eene gewichtsbe sparing verkregen, doch de indische cavalerist verkrijgt daarbij èn in kleeding èn in uitrusting een aantal verbeteringen, die hem tot groot gemak en nut zullen strekkeD, zoowel te velde als in het garnizoen. 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 47