948 Bij CommandementBor der van 3 Maart 1885 bepaalde de Gouver neur van Atjeh: Den militairen commandanten der versterkingen in de defensieve linie wordt bij deze opgedragen om steeds, wanneer de vijand onze versterkingen beschiet uit de grens van het opengekapte terrein of aan de open terrein- strook voor de linie, de kampong's, welke achterwaarts van en in de richting van het vuur gelegen zijn, door geschutvuur te tuchtigen. Bij Commandementsorder van 25 Maart 1885 gelastte die Gou verneur Wanneer weder eene versterking beschoten wordt, zullen de achter liggende kampongs's uit de drie naastbijgelegen versterkingen getuchtigd worden met granaatvuur (om het uur een schot). De postcommandanten worden verzocht, zich ter zake onderling te verstaan. Enz. Bij zijne nota van 28 Maart 1885 aan de liniecommandanten gaf de Gouverneur andere voorschriften omtrent het vuren der Artillerie. Naar aanleiding daarvan schreef de Commandant der Oosterlinie den 29en Maart 1885 aan zijne onderhebbende postcommandanten: Naar aanleiding van eene ontvangen opdracht van den Civielen en Militairen Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden wordt den post commandanten opgedragen om, wanneer des nachts op eene versterking wordt geschoten, de achtergelegen kampong's den volgenden dag te tuchtigen met granaatvuur (alle uur een schot) enz. De twee naastbijgelegen versterkingen zullen door den commandant der beschoten post hiervan worden onderricht met opgave van het uur, waarop het vuur zal worden geopend, als wanneer de twee naastbij zijnde benting's haar vuur op hetzelfde uur kunnen afgeven. Den 30™ Maart 1885 schreef de Commandant der Oosterhnie aan zijne onderhebbende postcommandanten: Ter vervollediging mijner nota dd. gisteren, wordt alsnog ter kennis gebracht: Geschiedt het beschieten des nachts, dan wordt tenzij de veiligheid van den post of de bezetting noodzaakt, het vuur te openen van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 483