954 sterkte, die tot hoofdtaak heeft naar die punten op te rukken, van waar zij kans heeft gezichtsverband te krijgen met de vooruitgescho ven cavalerie. Door deze beschouwingen geleid deelt de commandant der cavalerie- flankdekking zijn peloton als volgt in: 1 wachtmeester en 3 ruiters, patrouille langs de operatieljjn 1 wachtmeester en 3 ruiters verkenningspatrouille op de rechter flank en de rest van het peloton, onder zijn commando, op de linkerflank. Om 6 u, v. m. klinkt het signaal „het geheel voorwaarts." De com mandant der cavalerie bij de colonne gaat met zijn ruiters zoover in draf voorwaarts, als noodig is om intijds zij waarts naar de heuvels te kunnen oprukken. Met slechts een korporaal en een paar ruiters op 50 M. voor zich uit, rijdt hij als verkenningspatrouilie naar een heuveltje, dat op 300 M. buiten de marschrichting gelegen is en ruim uitzicht naar buiten geeft. Het duurt niet lang of enkele schoten vallen, afgege ven van achter een heuvel, op 600 M. van de opsratielijn gelegen. Gedekt opgesteld, gelast hij zijn spits om de rechterfltnk te buigen, ten einde uit die flank te zien, hoeveel vijanden dat vuur afgeven. Het zijn slechts 6 a 8 vijanden, die zich in een ingraving opgesteld heb ben. Ook van een anderen heuvel vallen een paar schoten. Zich even bloot gegeven om nog meer vuur uitte lokken; alleen vuur van dezelfde heuveltjes en daar de spits het teeken voorwaarts geeft, gaat het peloton beslist voorwaarts om den vijand te verdrijven. Ook de spits rukt op en de vijand, van twee zijden met het blanke wapen van nabij bedreigd, wijkt naar achteren, gevolgd door de patrouilles, die eerst daG halt houden, wanneer de vijand ver genoeg teruggedreven is, zoodat zijn vuur de colonne niet meer kan bereiken. Daar nadert de voorhoede, die rustig is blij ven doormarcheeren, en daar een achttal ruiters voldoende is om die losse vijanden op verren afstand te houden, gaat de rest in draf naar voren om met gelijk doel intijds goed uitzicht gevende punten op de flank te bezetten. De achtergebleven patrouille blijft stand houden, totdat de geheele colonne voorbij is, geeft haar nog een voorsprong van een 500 M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 491