956 verkenningspatrouille van de vooruitgeschoven cavalerie gepasseerd werd; en hoewel hij de berichten rechtstreeks doortusschenkomst van den commandant der infanterie-voorhoede aan den colonne-commandant moet zenden, zoo vermeent hij voor ditmaal hiervan te mogen af wijken, daar zijn pelotons-commandant betrekkelijk dicht bij hem is, en hij het van belang acht, dat deze niet weet er gezichtsverband met de vooruitgeschoven cavalerie bestaat en de luitenant het bericht wel naar achteren zal doorzendenbovendien gaat er als het ware geen tijd mede verloren. Terwijl hij het bericht schrijft, hoort hij in de richting van de vooruitgeschoven cavalerie enkele schoten vallendit geeft hem aan leiding zijn rapport niet verder door te schrijven om goed in de richting van het vuur te kunnen luistereD, met doel uit dat vuur (aantal schoten, meerdere of mindere tiusschenruimte, voor- of achterlaadgeweer) nog het een en ander voor zijn bericht te kunnen afleiden, waardoor het afzenden van meerdere kort op elkander volgende kleine berichten, die veel ordonnansen kosten, vermeden wordt en nuttelooze krachtsverspilling van de paarden achterwege blijft. Het blijft bij een tiental schoteD, nog even de ooren gespitst en daar hij niets meer hoort, besluit hij zijn begonnen bericht te vol eindigen, daar hij vermeent, dat het vuur door enkele vijanden afge geven is, en hij nog geen enkelen ordonnans in het voorterrein naar deze zijde ziet oprijden. Het bericht luidt: Aan pelotonscommandant le Luitenant Plaats van verzending: heuveltop a. Uur van verzending: 6.35 V.M. Datum: 3 October 1897. Bericht No. 1. Heb gezichtsverband met vooruitgeschoven cavalerie, waarvan eenige ruiters, vermoedelijk achterspits, opgesteld in hoogterand overzijde sawah. In voor-en zijterrein niets waar te nemen, in richting voor uitgeschoven cavalerie een tiental schoten gevallen (vermoedelijk voorlaadgeweren).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 493