964
heuvels bij de rivier gedekt te naderen, naar rechts moet ombuigen.
Ook het daargelegen kampongterrein moet worden verkend. Pyttersen
staat spoedig in den hoek bij de kampong, waar hij een goed oog op de
rivier heeft, ook de patrouille observeert weldra gedekt de heuvels. De
kampong blijft verlaten, toch worden twee ruiters een 25 pas zijwaarts
opgesteld om het inwendige van de kampong gade te blijven slaan,
terwijl de wachtmeester en Pyttersen zich met de heuvels bezighouden.
Aan de overzijde is de bocht met biezen en met opgaand hout begroeid,
een prachtige standplaats voor vijanden alzoo, terwijl de heuvels 25 a 30
M. hoog, kaal en vrij steil zijn. „Wachtmeester", zegt Pyttersen,
„daar zie ik een kop van een kerel bij dat lichte plekje, kijk maar,
nu verstopt hij zich juist, vuurde hij maar eens, dan wist ik of hij
een geweer bij zich heeft, maar er zullen er wel meer zitten". „Iets
terug", zegt de wachtmeester, „en goed gedekt en uitgekeken, spoedig
zal hij zich wel weer bloot geven".
„Nu zie ik ze ook, Pyttersen, als je weer een kop ziet, gooi er
dan maar een schot in, raak behoeft het niet te zijn, als ze hem
maar hooren snorren".
Spoedig valt een schot, even spoedig door een zestal snel op
elkander volgende schoten van den heuvel gevolgd. Weg met de
patrouille, de kampong in, om in dezen hoek de rivier te naderen,
misschien kuDnen wij daar achter de heuvels zien.
Gedekt door het geboomte, wordt de rivier bij den hoek genaderd
en jawel, acht vijanden, allen met geweren, zijn duidelijk zichtbaar.
„Verdomd beroerd voor de colonne", bromt de wachtmeester, „de
rivier is ondoorwaadbaar, toch moeten zij weggejaagd worden, blijf
goed uitkijken, ik zal de infanterie waarschuwen".
De wachtmeester trekt zich iets terug, roept een van de overige
cavaleristen en schrijft volgend berioht, reeds vooraf gedeeltelijk klaar
gemaakt, zoodat het spoedig geschreven is.
Aan colonne-commandant, overste.
PI. van verz. kampong aan deze zijde
bocht rivier
Uur van verz. 6.22 V. M.
Datum: 3 Oct. 1897.
Bericht No. 1.
