972 In den aanhef van het opstel van den heer van Loon doet de schrijver het voorkomen, alsof de theoretische schietoefeningen iets nieuws op artilleristisch gebied zijn en deze alleen in den laatsten tijd een geheel wetenschappelijk karakter hebben aangenomendat ze vroeger bestonden in het opzeggen van lesjes, maar men thans den leerlingen niet alleen duidelijk maakt hoe te handelen doch ook waarom. Dit is onjuist. De schietregels bestaan nu reeds bijna 20 jaren en waren van den aanvang af gebaseerd op de wetten der waarschijnlijkheidsrekening. Vóór dien tijd bestonden ze eenvoudig niet. In de vroegere oefeningskampen werd steeds op bekende af standen gevuurd en indien men daarbij zag, dat de schoten in alge- meenen zin (-{-) of vielen dan werd de O. H. verminderd of vermeerderd, totdat men was, waar men wezen wilde, of wel, totdat het vereischte aantal schoten was gedaan. Van het opzeggen van schietregels kon er dus in dien tijd geen sprake zijn om de eenvou dige reden, dat er nog geen schietregels bestonden. Zoodra men echter de kansrekening dienstbaar maakte aan de ballistiek, ontston den er bepaalde regels. Zoo werden in het jaar 1878 in Nederland reeds de schietregels der bereden artillerie onderwezen nagenoeg volmaakt zooals ze thans zijn en bestond de latere Leidraad Schie ten met Vestinggeschut 1883 reeds in 1879 in concept. In 1882 werden de schietregels voor de Nederlandsche bereden artillerie in Indië ingevoerd, zooals men uit de Beknopte Overzichten van dat jaar kan lezen. Bij de practische oefeningen in dat jaar maakten wij er dan ook kennis mede. Bij de opleiding volgens de nieuwe schietreglementen werd toen wel degelijk het hoe en waarom van elk schot uitgelegd. Nagenoeg gelijktijdig toch met den Leidraad Schieten Vestinggeschut verschenen de Toelichtingen daarop. Indien ik mij dus te dien opzichte op een tijdperk van bijna twintig jaren beroep, dan begrijpen wij niet van waar de schrijver, die toch eenige jaren jonger officier is dan wij, de gegevens heeft verkregen, die hem de hierboven gewraakte volzin in de pen gaven. Op eigen ervaring kunnen zijne woorden toch niet gebaseerd zijn. Hij kan zelve nooit anders hebben bijgewoond dan het tijdperk, waarin wij ons thans bevinden. Mogelijk dar hij hiermede de periode bedoelt, waatiu bij de Indische Vesting-artillerie nog niet aan schietregels werd gedaan,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 509