977 lijkheidsrekening, waarop de sehietregels zijn gebaseerd, evenmin van het niet kennen van het reglement, maar eenvoudig het gevolg van gebrek aan geheugen of wel dat de vuurleider door gebeur tenissen om zich heen zich laat afleiden. In dat geval zoude eene uren lange uitlegging van de reden, waarom na het 4de schot gecorrigeerd had moeten worden, niet zooveel nut hebben als dat men den vuurleider eenvoudig nog een 20 tal vuren liet leiden. Juist omdat wij zoovele officieren ook onderofficieren zager, die bij eene bespreking der sehietregels een juist oordeel aan den dag legden, bij schriftelijke zoowel als mondelinge schietopdrachten nooit fouten begingen, en die toch in de batterij de eene fout op de andere stapelden, bespraken wij eeu oefeningsstelsel als het hiervoreu geschetste, waarbij de practijk op den voorgrond staat. Een voorbeeld hoe bij uitsluitende beoefening der theorie in de werkelijkheid de handen verkeerd kunnen staan, zagen wij geruimen tijd geleden in een zeer kundig artillerieofficier, die jarenlang sehiet regels had ontworpen en beoordeeld, op de verslagen der practische oefeningen critieken had geleverd, die van een juist inzicht in de ballistiek getuigden, en die ter elfder ure geroepen voor eene vuur leiding bij eene bergbatterij op het exercitieveld de eene fout na de andere beging en toen met de hem eigen bescheidenheid verklaarde, dat het nog heel wat anders is op de kantoorkruk te praten over sehietregels dan wel ze toe te passen- Yraagt men zich nu af welk nut toestellen kunnen hebben, dan komt het ons voor, dat dit uitsluitend kan bestaan in het oplossen van ballistische vraagstukjes en in het beproeven van sehietregels. Wij zijn er verre van om te beweren, dat ze voor dit doel alleen geen reden van bestaan zouden hebben, maar waar wij op den voor grond stelden, dat bij onze schietoefeningen binnenskamers de officieren de sehietregels volkomen zouden kennen en begrijpen, daar konden wij alleen vrede met een schiettoestel hebben, die ous in staat stelde bij eene voldoende snelheid vuren te fingeeren en waarbij niet van onderstellingen werd uitgegaan, die bij het vuren bij de bereden artillerie niet voorkomen. En hieraan voldoet geen der toestellen, waarmede wij tot nu toe kennis maakten, zooals wij hieronder zullen aantoonen; trouwens blijkens de uitgewerkte schietvoorbeelden in het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 514