978 opstel van den Heer v. Loon schijnt het ook niet in de bedoeling van den ontwerper te hebben gelegen zijnen toestel voor oefeningen in de vuurleiding bij de bereden artillerie te bezigen. Men versta ons wel. Wij schreven geen opstel over de beoefening der ballistiek in algemeenen zin, doch wel over oefening in de vuurleiding bij de bereden artillerie. Mogelijk hadden wij beter gedaan ook een der- gelijken titel voor ons werk te kiezen, dan ware alle misverstand voorkomen. De heer van Loon ziet mogelijk over het hoofd zooals wij hiervoren met een voorbeeld aanhaalden dat beha!ve het kennen en begrijpen van de schietregels er nog zoo ontzettend veel komt kijken, speciaal uit een practisch oogpunt, om een batterij goed in het vuur te brengen en dit vuur goed te kunnen leiden, dat men een gebrekkig geheel zoude afleveren, indien men aan het eerste te veel tijd offerde. Om die reden zullen dan ook de schietregels voor de bereden artillerie steeds bij het Commando der Yeld-en Berg- batterijen zijn ontworpen en niet bij de Commissie van Proefneming, ofschoon dit uit een ballistisch oogpunt meer eigenaardig tot den werkkring van laatstgenoemden diensttak zoude behooren. Yan eene bespreking van- en critiek op de schietregels ben ik volstrekt geen vijand. Daartoe heb ik meermalen mijne stem, zoo wel in dit tijdschrift als in officieele stukken tegen de bestaande regels verheven. Maar als er sprake is van inschieten binnenskamers wensch ik ook dat beoefend te zien en niets anders. Blijken de schietregels bij de bovenbedoelde schietoefeningen niet volkomen begrepen te zijn, dan spreekt het van zelve, dat ieder batterijcomman dant verplicht is zich de moeite te getroosten voor de noodige uit legging te zorgen. Dat ik dit nu niet speciaal in mijn opstel ver meldde, sluit nog volstrekt niet in zich, dat ik een systeem voorsta, waarbij het nadenken verboden is, alles van een leien dakje moet gaan en de regels slaafs dienen te worden opgevolgd. Het bespreken van schietregels staan wij wel degelijk voor, maar daarvoor moet men ze eerst kunnen toepassen. Verder moet men zich van die be sprekingen bij de bereden artillerie voor de practijk niet al te veel nut voorstellen, daar deze regels slechts in zeer ruwe trekken op de wetten der waarschijnlijkheidsrekening zijn gebaseerd. Men ver gelijke b. v. eens het schieten met granaatkartetsen tegen gedekte

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 515