981
Het andere grensschot daarentegen behoorende tot eene gemiddelde
baan van b. v. 1475 M. valt (-(-); men mag dan verwachten, dat de
gemiddelde baaD, waarmede wordt groepgeschoten, op 1500 M.
1475 1425 M.
250 M. vóór het doel ligt. Alsdan zullen alle
schoten, dus ook de eerste 4, waarop men corrigeert vallen,
daar de L S"50 25 M. is. Ging men nu 50 M. (in stede van
25 M) corrigeeren, dan kwam het gemiddelde trefpunt juist in het
doel te liggen. (1)
Ofschoon het op het oogenblik volstrekt ons doel niet is om
over de schietregels te delibereeren, had men met de kans op gevallen
als hierboven genoemd die, blijkens de verslagen der practische oefe
ningen vrij dikwijls voorkomen, mogelijk wijzer gedaan om, indien de
vier eerste schoten van eene groep of (-}-) vallen, dadelijk opnieuw
grens en groep te schieten. Meermalen corrigeert men daartoe eerst
met 25 M. om ten slotte toch te eindigen met opnieuw grens en
groep te schieten; maar dan moeten daartoe eerst nog 6 goed waar
genomen schoten worden gedaan, waarvoor 8 projectielen noodig
zijn, (2) die voor de uitwerking op het doel meestal totaal verloren
zijn, indien zij niet tot voortgezet vuur leiden.
Geheel afgescheiden van al het bovenstaande wenschen wij nu den
door den heer van Loon beschreven toestel aan eeuige nadere be
schouwingen te onderwerpen, en daarbij na te gaan op welke wijze
die toestel geschikt zoude kunnen worden gemaakt voor het beoe
fenen van het inschieten bij de bereden Artillerie.
Wordt vervolgd).
W. J. Giel.
Batavia, November 1897.
(1) B|j het raadplegen van verslagen der practische oefeningen vonden wij van
30 gevalleD, waarin de eerste 4 groepschoten in den zelfden zin vielen, dit bjj 6 het
gevolg van verkeerd observeeren gedurende het grenaschieten en bjj 4 van abnormale
spreiding van een der 9choten van de nauwe grens.
(2) De kans op waargenomen schoten op 0.30 stellende, en het zeer gunstige
geval aannemende, dat men geene verkeerde waarnemingen doet.