535 Baad wordt door den Minister van Oorlog geconstitueerd op ver zoek van zjjn ambtgenoot van Koloniën. Het proces-verbaal van de zittingen wo.rdt door tusschenkoinst van den Minister van Oorlog aan dien van Koloniën aangeboden en deze doet daarvan verslag aan den Koning onder bijvoeging der noodige voorstellen. Bij het instellen der Raden van ondeizoek heeft de bedoeling voorgezeten door de kameraden te laten uitmaken of zekere door een officier begane handelingen te vereenigen zijn met de militaire eer en of zij niet vorderen, dat hij deswege uit den militairen dienst behoort te worden verwijderd. In het beschouwde geval wordt echter lijnrecht van die bedoeling afgeweken en het onderzoek niet opge dragen aan de kameraden, maar aan officieren van een andere leger macht, met wie hij niets uitstaande heeft en die dus ook omgekeerd niet met de zaak mogen worden belast er voor te waken, dat het Indische leger geen schurftige schapen telt. Dat recht komt alleen de Indische officieren toe en niemand anders. Immers zij moe ten met den betrokkene op en neer gaanmet hem dienennaast hem strijdenzijn collega en kameraad wezen. Het zal dan ook wel om deze redenen zijn, dat de in Indië gedetacheerde officieren niet voor den Raad te Batavia compareeren, doch naar Nederland terug gezonden worden om daar geoordeeld te worden. En zeer terecht, want het heeft geen zin aan het Indische leger invloed toe te kennen op de samenstelling van het Nederlandsche, maar dan behoort ook aan den anderen kant inmenging van het Nederlandsche leger in zaken van het Indische evenmin plaats te grijpen. Nog pleit tegen het compareeren voor den Raad te 's Gravenhage, dat de Nederlandsche bepalingen op een zeer belangrijk punt afwijken van de in Indië geldende. Krachtens deze kan de officier zelfs bij vrijspraak uit den dienst worden ontslagen (eervol met pensioeu, art. 42), indien naar het oordeel van den Landvoogd het belang van den dienst zulks verlangt. Niet alzoo in Nederland, waar de Kroon het recht mist vrijgesproken officieren te ontslaan. In de gevolgen is het dus lang niet hetzelfde of men in Nederland dan wel in Indië voor den Raad komt, en zoo is de mogelijkheid niet buitengesloten, dat de Indische officier, ware hij hier voor den Raad verschenen, uit den dienst verwijderd zou zijn geworden, doch daar hij het ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 54