536 luk had in Nederland te zijn voorgeroepen, in dienst moet worden gehouden. Hier beslist dus niet het belang van den dienst, maar het bloote toeval, waar het onderzoek plaats had, en zoo kan het Indische leger een officier worden opgedrongen, op wiens behoud de Indische autoriteit geen prijs stelt. De bepalingen op het trekken van verlofgangers voor Raden van Onderzoek behooren derhalve te worden gewijzigd en in overeenstem ming met die, geldende voor in Indië gedetacheerde officieren, moet óf de uitspraak naar Indië worden overgebracht óf voor zooverre het wenschelijk is haar in Nederland te doen plaats hebben, de Raad samengesteld zijn uit Indische officieren met verlof, zoo noodig aan gevuld met gepensionneerde officieren van het Indische leger, onder toepassing der Indische voorschriften. III. Aangaande de vraag: wie de gewone rechter is van Indische of ficieren met verlof, de miliiaire of de burgerlijke, bestaat groot ver schil van meening. 1) De autoriteiten op militair strafrechterlijk gebied de hoog leeraren Pols en van der Hoeven zijn van gevoelen, dat de Indische officier met verlof, als zijnde niet begrepen in de formatie van het Nederlandsche leger, ook niet gerekend kan worden te vallen onder art. 2. C. W. en daarmede onder de militaire juris dictie. Het Hoog-Militair-Gerechtshof besliste echter in tegenovergestel- den zin en heeft bij verschillende gelegenheden vonnis gewezen in delicten, gepleegd door koloniale militairen met verlof. Op bl. 37 der bekende Handleiding voor de beoefening van het Militair Recht (2e druk) door den toenmaligen kapitein Koolemans Beijnen wordt in dit opzicht eene merkwaardige sententie meegedeeld. Met ver werping der conclusie van den Advokaat-Fiskaaldestijds Mr. Pols tot onbevoegd verklaring van den militairen rechter, betoogde het Hof, dat het wel degelijk de bedoeling der wet is om Indische militairen met verlof voor den militairen rechter te recht te laten staan. In 1) Een ontwerp van wet tot vaststelling- van een nieuw Wetboek van Militair straf- recht is gereed om door de Staten-öeneraal behandeld te worden. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 55