538
uitgesproken, dat de militaire rechter niet meer zal hebben recht te
doen in de misdrijven gepleegd door Indische militairen met verlof.
Bedenkt men derhalve, dat er een tijd was, waarin art. '2. C. W.
eischte, dat het ook werd toegepast op de beschouwde categorie
militairen en dat geen enkel later wettel'jk voorschrift haar daaraan
uitdrukkelijk onttrekt, dan kan men wel het een en ander gevoelen
voor de overweging van het Hof, dat de wetgever de bedoeling
gehad heeft, Indische militairen, ook als zij met verlof zijn, aan de
militaire rechtspraak te onderwerpen.
Door deze jurisprudentie van het Opperrechterlijk Militair Codege is
echter de vraag, wie de strafrechter is der officieren-verlofgangers,
nog volstrekt niet afdoende beslecht. Daartoe zou men eerst nog
dienen te weten, hoe de burgerlijke rechter er over denkt en of
deze zich eventueel onbevoegd zal verklaren Indische verlofgangers
te berechten en zulks onder verwijzing naar den krijgsraad. Ket
geval, in 1(.ooiemans Beijnen aangevoerd, betrof indien ik mij niet
vergis een persoon op wien de militaire autoriteit reeds de h .nd
had gelegd, zoodat zij tegen hem een proces kon aanhai gig maken
voor den krijgsraad en dit doorvoeren, ongeacht de opinie van den
burgerlijken rechter. Krijgsraad en Hof vonnisten en daarmede was
de kwestie onherroepelijk uit. Het recht had zijn loop gehad en
de burgerlijke rechter had er zich verder buiten te houden.
Maar indien eens de burgerlijke justitie voor is? Zal zij zich dan
onbevoegd verklaren of vonnis wijzen? Dit dient afgewacht, en
zoolang dan ook geen antecedenten van het tegendeel bekend zijn, wat
naar mjjn weten niet het geval is althans de leerboeken vermelden
ze niet is het geenszins onmogelijk te noemen, dat zij een andere
opvatting huldigt van art. 2. C. W. dan de militaire rechter en de
zaak afdoet.
Wel mag dus worden beweerd, dat de strafrechterlijke positie, die
de officieren-verlofgangers innemen, nog in de lucht hangt en het
alles behalve vaststaat, wie hun gewone strafrechter is.
Toch is deze kwestie van het grootste gewicht, Is de verlofganger
onderworpen aan de militaire rechtspleging, zoo kunnen hem in een
aantal gevallen exceptioneel zware straffen worden opgelegd, b. v.
beleediging van superieuren van het Nederlandsche leger of de marine