554
Op 1 Januari 1897 was ééne uitkeering (de uitkeering Kramer)
noch in Nederland, noch in Indië door belanghebbenden opgevraagd
geworden, terwijl voor één sterfgeval geene uitkeering kon geschieden,
daar het betrokken lid (H L. Maarschalk) zich eerst voor het lid-
maai schap had aangemeld na langer dan éen jaar officier te zijn
geweest en binnen den tijd van zes maanden na zijne aanmelding
als lid (eerst na het verstrijken van welken termijn recht op uit
keering kon bestaan, zie artikel 22 van het Reglement) overleed.
Bovendien vervielen drie uitkeeringen aan de vereeniging, omdat
de betrokken leden (K. H. Westendorp, J. C. de Neve, M. Neel-
meijer) bij hun leven nagelaten hadden een persoon of personen
aan te wijzen, aan wie bij eventueel overlijden de uitkeering had
moeten plaats hebben en bedoelde leden geene weduwe noch kin
deren, hetzij wettige, gewettigde of natuurlijk erkende nalieten. (Ar
tikel 21 van het reglement.)
Leden, die in bedoeld opzicht tot nu toe nog nalatig bleven,
worden daarom mits deze met den meesten nadruk gewezen op
hnnne verplichting, in evengenoemd artikel duidelijk omschreven,
om tijdig het noodige te verrichten, opdat bij hun overlijden de
uitkeering niet aan de vereeniging vervalle, namelijk indien zij
zulks niet wenschen.
BALANS OVER HET JAAR 1896
A. Entréef'onds of reservekapitaal
Aan entrées geïnd t/m 1895
f 9216.—
Nog te ontvangen
en-
achterstallige entrées
trées over 1896
f 39.—
Geïnd t over 1895
15.-
Soerabaja
10.31
entrées over 1896
888.50
Padang
36.-
Aan nog te ontvangen entrées over 1896
39.—
Kota-Radj a
V 29.-
Bandjermasin
1003.60
Makassar
389.63
Amboina
1000.—
Nederland
7150.96
f 9658.50
f 9658.50