EEN E3V ANDER NAAR AANLEIDING VAN DE „INDISCHE OORLOGEN." Een hoek ten dienste van den jongen officier en het Militair Onderwijs door K. van der MaatenKapitein der Infanterie O. 1. Leger, Leeraar aan den Hoofdcursus te Kampen. (Slot.) Hebben wij getracht in het bovenstaande de algemeene strekking van het werk van den heer van der Maaten, alsmede de denkbeel den van den schrijver, die tot dit werk aanleiding gaven, te bespre ken, zoo willen wij in de volgende bladzijden nog het een en ander omtrent het werk zelf mededeelen. De beide deelen zijn naar onze meening in algemeenen zin goed uitgewerkt, ze kunnen op groote volledigheid bogen, leggen getui genis af van veel studie en zullen door hun talrijke voorbeelden uit de krijgsgeschiedenis voor menig leeraar van groote waarde zijn, maar het zou ons onmogelijk zijn te verklaren, dat zij in eene gevoelde behoefte voorzien, zeer zeker het le deel niet. Om dit oordeel te verdedigen wijzen wij er vooral op, dat het boek geschreven is als leeictmus voor de K. M. Academie. De 84 bladzijden van het met de toelichtingen 244 bladzijden tellende eerste deel behooren naar het ons voorkomt niet door den tactiek onderwijzer behandeld te worden, doch leveren bij een juiste indeeling van het leerprogramma de stof voor het ondeiwijs der leeraars in de Indische Land-en Volkenkunde, in de Indische Krijgsgeschiedenis en in de Versterkings- en Pionierkunst. Met hoeveel zorg ook geschreven, hechten wij aan een op deze wijze ingedeeld onderwijs, dat vooral wat de Land- en Volkenkunde betreft in vele opzichten anders zou moeten wezen, dan het jaren geleden was en naar wij vernemen ook thans nog is, meer waarde dan aan de betrekkelijke hoofdstukken van het werk van den Heer 47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 76