581 niet en van klewang's in Atjehsche handen te beweren: „die kaas messen hebbeD weinig te beteekenen" (1) klinkt te vreemd om aan zoodanige bewering eenige waarde te hechten. Toen met Maart 1885 onze tegenwoordige stelling in Groot-Atjeh werd ingenomen, werden andere bepalingen op den patrouilledienst in het leven geroepen. Ik zal die bepalingen in chronologische orde citeeren en daarbij verwijzen naar de „Kaart van het bezette gebied in Groot-Atjeh" (bijgewerkt tot 1895) schaal 1: 20000, ten einde te laten zien wat sedert Maart 1885 is gedaan om de veiligheid binnen dat gebied te verzekeren. Bij Commandementsorder van 1 Maart 1885, No. 40 gaf de Gou verneur van Atjeh en Onderhoorigheden, Kolonel Demmeni, de volgende Regeling van den patrouilledienstenz. na 4 Maart 1885. Op 6 Maart a. s. vervallen de escortes naar de posten en de dekkin gen in den stoomtram. De patrouillediensten worden op de volgende wijze geregeld. Patrouilledienst binnen de linie door het garnizoen van Kota Radja. Zoolang het garnizoen van Kota Radja bestaat uit veertien compagnieën Infanterie, wordt het terrein binnen de linie verdeeld in zeven sectoren, waar binnen de patrouillediensten als volgt worden verdeeld: 1° Rechter half 3e bataljon het terrein tusschen Kota Radja, de tram baan (of den rijweg) naar Pakan Kroeng Tjoet en de Atjehrivier. 2° Linker half 3° bataljon het terrein tusschen Kota Radja, den rijweg naar Olehleh en de Atjehrivier. 3° Rechter half 2e bataljon het terrein tusschen den rijweg Kota Radja- Olehleh ten noorden en de Kroeëng Daroe ten oosten. 4° Rechter half 14e bataljon het terrein tusschen Kota Radja, de Kroeëng Daroe ten westen en den aan te leggen weg Longbatah Mesigit-Lamrong (2) ten oosten. 5° Linker half 14® bataljon het terrein tusschen den weg Kota Radja- Longbatah Mesigit-Lamrong ten westen en de Atjehrivier ten oosten. 6° Rechter half 15e bataljon het terrein tusschen den weg Kota Radja Roempit ten noorden en de Atjehrivier ten zuiden. 7° Linker half 2e bataljon het terrein tusschen Kota Radja, den rijweg of de trambaan naar Pakan Kroeëng Tjoet ten noorden en den weg Kota Radja-Roempit ten zuiden. Bij vermeerdering of vermindering van het garnizoen van Kota Radja (1) Indisch Militair Tijdschrift, 1893, Ie deel, blz. 127. (2) Tegenwoordig Lamreng genoemd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 98