VABIA.
HET ENGELSCH-INDISCHE LEGER.
Engeland is bezig met de reorganisatie van de Indische troepen. Het
geregelde gedeelte daarvan bestaat tegen woodig uit de legerkorpsen Bengalen
Punjab, Madras en Bombay, welke gezamenlijk onder de bevelen van den
Commandant van het Indische Leger staan.
De geheele sterkte van de geregelde macht bedraagt in ronde cijfers
74000 man Engelsche en 146000 man inlandsche troepen, totaal 220000 man.
Daarenboven beschikken de Engelsche autoriteiten over een zeker aantal
meer of minder ongeregelde troepen, als:
de inlandsche troepen onder direct bevel van het Indische
gouvernement14000 man
de militaire politie (voor de bewaking van sommige grenzen) 16000
de reserves14000
de vrijwilligers26000
de troepen zoogenaamd voor den keizerlijken dienst (troepen
van de leenroerige vórsten, die in Engelschen dienst zijn). 21000
Totaal 91000
Het Indische gouvernement schijnt zich ten doel te stellen gaandeweg
sommige van deze ongeregelde troepen in geregelde te veranderen en hen
met de vier legerkorpsen samen te smelten.
Zoo zijn ongeveer 6000 man, vroeger onder het direct bevel van het
Indische gouvernement, onder de bevelen van den Legercommandant ge
bracht. Het Central India Horse korps (twee regimenten cavalerie elk
van vier eskadrons) en het bataljon van Bhopal zijn bij het Bengaalsche
Legerkorps, het Malwa-Bheel korps, de ongeregelde troepen van Deoli,
die van Erinpura, het Mewar Bheel korps en het bataljon van Merwara
(tezamen vijf bataljons en twee eskadrons) bij het Leger van Bombay gevoegd.
Niettemin heeft het Indische Gouvernement in sommige gevallen de
bevoegdheid echter tusschen enge grenzen direct over deze troepen te
beschikken.
De troepen, welke onder het direct bevel van den Gouverneur van Indië
staan, zijn aldus teruggebracht tot het contingent van Hyderabad, dat zijn
zes bataljons infanterie, vier regimenten lansiers en vier veldbatterijen,
tezamen 8000 man. De geregelde macht is dus op 226000 man gebracht,
waarvan 74000 man Engelsche en 152000 man inlandsche troepen. De
ongeregelde macht is tot 85000 man teruggebracht.
Revue Militaire, Mei 1897.