693
IX. Het stellen van hinderlagen.
Wanneer de liniecommandant of de postcommandanten het noodig of
wensehelijk achten, hinderlagen te leggen dan kunnen zjj dit doen met
goedvinden van den Civielen en Militairen Gouverneur (de postcomman
danten geven tevens kennis aan den liniecommandant).
Het uur van afmarsch en de plaats, waar zij zullen gelegd worden>
wordt per telephoon opgegeven aan de n liniecommandant en den Chef
van den Staf; ook op het journaal wordt van het stellen van hinderlagen
melding gemaakt.
Voor het leggen van hinderlagen door de posten wordt verder ver
wezen naar de Commandementsorder dd. 10 September 1890, No. 189,
gericht aan den liniecommandant en de postcommandanten zoomede aan
den plaatselijken commandant te Kota Radja. Van hinderlagen, die
s avonds of des nachts gelegd worden, wordt bovendien kennis gegeven
aan den commandant van het korps Maréchaussee.
X. 1 eldontdekking
De posten zullen dagelijks bij het aanbreken van den dag eene veld-
ontdekking uitzenden in de onmiddellijke nabijheid der versterking. Eerst
na haren terugkeer wordt de poort geopend. Te gelijk met de veld-
ontdekking gaan de daarvoor aangewezen gewapende dwangarbeiders uit om
het aan den post toegewezen gedeelte van de trambaan te inspecteeren.
XI. Slotbepaling.
Bij den patrouilledienst moet de oefening van den troep steeds in het
oog worden gehouden. Op den voorgrond dient intusschen bij elke
patrouille te worden gesteld, dat hare hoofdtaak is: het doorzoeken van
het binnen de linie gelegen terrein en het waken voor de veiligheid
van dat terrein. Nimmer mag een patrouillecommandant uit het oog
verliezen, dat een vijandelijke aanval op zijn troep steeds tot de moge
lijkheden behoort. Bij eventueel te houden oefeningen mag dus geene
andere formatie worden aangenomen dan eene zoodanige die van welke
zijde ook gevaar mocht dreigen gelegenheid geeft den vijand met
spoed het hoofd te kunnen bieden.
Het besluit van den Civielen en Militairen Gouverneur dd. 19 November
1890, No. 166/17 blijft natuurlijk van kracht. (1)
(Wordt vervolgd).
(I) Daze Commaudementsorder is ia 1894, na mija vertrek van Atjeh, ingetrokken
als gevolg van den ingetreden gunetigon toestand binnen de gecoaoentreerde stelling
sedert Augustus 1893.