87
2 compagnieën genietroepen benevens ambulances voor de Euro-
peesche en Inlandsche troepen.
2e Brigade: Generaal majoor W. P. Symons;
bestaande uit:
het 3e Bataljon van de Rifle-brigade en verder uit één bataljon
van het 14e Sikhs-Infantry,
van het 6" Bengal-Infantry,
van het 25® Bengal-Infantry,
1 Eskadron van het l6 Punjab cavalerie regiment,
4 bergstukken, benevens ambulances voor de Europeesche en In
landsche troepen.
De niet reeds in het Totscbi-dal en bij Bannu staande troepen
verzamelden zich bij Kaschalgar en marcheerden vervolgens naar
Bannu. Van hier begaf zich de 1° Brigade, door de 2e gevolgd, stroom
opwaarts het Totschi-dal in den 22sten bereikte zij de door haar be
woners verlaten maizar dorpen, die verwoest werden. Geen vijand liet
zich zien. Den 26™ Juii, toen de colonne Sheranni bereikt had, werd
's nachts het bivak beschoten, waardoor men één gewonde kreeg. Tot
een treffen met den vijand kwam het in het Totschi-dal niet meer.
2. De gevechten hij Malakand en in het dal van de Swat rivier (1).
Op den 26™ Juli verschenen, opgehitst door den Mullah Pawiuda,
ongeveer 3000 opstandelingen van den stam der Bonerwals met.
vijandelijke bedoelingen voor de een geringe bezetting tellende for
ten Malakand en Tschakdara. Spoedig stolen zich hierbij tal van
gewapenden van andere bergsiammen aan. De Malakand-pas, die
over den hoogterug aan de noordelijke grens van het Peschawar-dal
leidt, bleef in handen van de Engelschende telegraphische gemeen
schap tusschen Malakand en Peschawar werd verbroken Een goede
weg verbindt beide plaatsen.
Tegen den 30™ Juli werd last gegeven een speciaal operatie-korps
samen te trekken met opdracht Malakand te ontzetten en vnj te houden
en naar behoefte in de naaste omgeving op te treden.
Opperbevelhebber: Generaal-majoor B. Blood.
le Brigade: Kolonel W. Meiklejohn;
(1) Men vergelijke ook het kaartje voorkomende op blz 567 van von Löbell'a
Jahresberichte" Deel XXII.