93 Een den 20en Augustus van uit Schabkadr in westelijke richting ondernomen verkenning leidde niet tot een ontmoeting met den vijand. Den 23sten bestormden echter de Afridis Ali-Masjid, waar reeds op den 20sten een licht gevecht had plaats gegrepen. Ali-Masjid, een groep armzalige hutten, op steile rotsen, die zich hier slechts 730 M. boven den 12 Meter breeden pas verheffen, speelde reeds in den Afghaanschen oorlog een rol. Gelijktijdig werd het verder oostwaarts gelegen fort Maude aangevallen. Een van uit Peschawar afgezonden, en door een Dragonder-regiment begeleide, rijdende batterij vond op den 24sten gelegenheid in te grijpen in den ook gedurende dezen dag voortgezetten strijd, doch kon aan de beslissing niets meer veranderen. Het fort Maude ging in vlammen op en de Engelschen zagen zich gedwongen Ali-Masjid en Fort Maude op te geven. De terugtocht naar Jamrud had plaats met geringe verliezen. Yan de inlandsche soldaten verlieten er daarbij 11 hun vaandel, onder medeneming hunner geweren. Deu 26™ volgde hierop in Jamrud de ontwapening van een aantal tirailleurs van Khaiber van de lichting der Atridis. 25 Augustus viel ook Landi-Khotal en nu was de Khaiber-pas geheel in handen van de opstandelingen. Landi-Khotal werd door 370 tirailleurs van Khaiber, landslieden der aanvallers, bezet. Zoo als de „Standart" vermeld, liepen eenige afdeelingen van deze militie zonder strijd tot den vijand over. Bijna gelijktijdig bewogen de Orakzai, versterkt door een aantal Afridis en Dowlazay, zich voorwaarts in de richting van Kohat. 26 Augustus verbrandden zij dicht bij Kohat een dorpdoor het daar geplaatste Engelsche detachement werden zij weder verdreven, doch keerden onmiddellijk terug, zoodra dit den rug keerde. Een dergelijk heen en weer trekken herhaalde zich gedurende de ge vechten verscheidene malen. De Engelschen gaven vrijwillig eenige vooruitgeschoven posten prijs, andere werden door den vijand genomen, zoo het door 23 man van de Sikhs dapper verdedigde fort Saragarislechts 2 man brachten het leven er af. Een paar dagen later veroverde Gene raal Yeatman-Biggs, die met zijn brigade (vroeger de 2de reserve- brigade, zie hierboven) naar Kohat was getrokken, stormender hand den post, waarbij weder, evenals bij bijna alle ontmoe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 106