98 de vrede. "Volgens dergelijke berichten van den 29sten, zou een andere stam van de Mohmands aangeboden hebben de wapens neder te leggen en 2000 Rupie's oorlogsschatting te betalen. Men kan aannemen, dat ook in de overige gedeelten van het gebied der Mohmands de weerstand gebroken is (1). Dit is het gevolg van de zware, niet nauwkerig aan te geven verliezen, die zij telkenmale bij eene ontmoeting met de Engelschen, geleden hebben, alsook van de verwoesting hunner dorpen en van al hunne have. 5 De ongeregeldheden b>j Quelta. 24 Augustus traden hier ongeregeldheden bij de inlandsche bevol king op; den 316ten werden op 6 Engelsche mijlen van de garnizoens plaats Quetta zes inlandsche soldaten vermoord. De stam nabij den Bolan-pas vertoonde veel sporen van onrust; de telegraafdraad werd verbroken. Bij Ziaret vertoonden zich Bcharen opstandelingen en twee hoofden der Beludschen, die van deelname verdacht werden, vluchtten naar Afghanistan. Volgens vertrouwelijke mededeelingen van de militaire autoriteiten te Quetta, zou de inlandsche militie niet recht te vertrouwen zijn. In den nacht van 29 op 30 Augustus werd de vooruitgeschoven post Garrabund zonder succes door de opstande lingen aangevallen. De Engelsche Cavalerie vervolgde hen. Tot verdere uitingen leidde de oproerige beweging niet. 6 Algemeene Opmerkingen. Het zou voorbarig heeten, als wij een eindoordeel over de Engelsche oorlogsvoering in dit eerste gedeelte van den strijd aan de Noord-West grens wilden uitspreken. Zij werd ook in Engeland van vele zijden, als niet altijd even doortastend, gelaakt. Men moet den vijand hebben laten profiteeren van voordeelen, die men hem met eenige krachteinspanning gemakkelijk zou hebben kunnen ont nemen; de samentrekking en de opmarsch der strafexpedities moet te lang geduurd hebben en daardoor den moed der opstandelingen ver hoogd hebben. Daartegenover valt echter aan te voeren, dat het Britsch-In- (1). Yolgens een telegram van 4 October is de onderneming tegen de Mohmands geëindigd. Zjj hebben 1100 geweren ingeleverd en 400 roepies oorlogsschatting betaald. In kun landstreek zijn 72 torens en 40 andere versterkingen vernield.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 111