103 Lastige muildieren, die zich losrukken, doorgaan of gaarne rollen, kan men door een doelmatig gebruik van bijzetteugels in korten tijd zeer volgzaam maken. Deze worden dan aan de trensringen en de voorste ringen van den draagbok bevestigd. Stangen en dergelijke geweldmiddeleD, vooral als de stukrijders de longe door de beide teugelringen halen, hebben natuurlijk hoogstens een verkeerd resultaat en moeten bepaald verboden worden. In Zwitserland en Frankrijk leert men de dieren alleen loopen. Hoewel dit m. i. niet noodig is en op vijandelijk gebied in Indië vooral zeer onpraktisch zou zijn, is de model aangegeven wijze van geleiden evenmin de ware en leert de ondervinding, dat de geleider het best met lange longe vóór het dier loopt. Dit gaat dan het rustigst. Het scheeren van den rug der muildieren op de draagvlakte is gebleken zeer goed te zijn, mits er ook zorgvuldig de hand aan worde gehouden. Het poetsen en roskammen is natuurlijk noodig, doch het roskam men van bedoelde draagvlakte zeker niet. Het moet ten strengste worden tegengegaan en dit gedeelte van den rug mag alleen met den rosborstel behandeld worden. Een veelvuldig wasschenook met zeep, hetzij witte of groene, doch bij voorkeur de eerste soort, is zeer nuttig en kan het rossen vol maakt vervangen. Waar gelegenheid is de dieren te mandiën make men er steeds gebruik van. Het personeel dat met de dieren belast is, en wel in 't bijzonder dat, hetwelk bij lastige dieren is ingedeeld, verwissele men zoo min mogelijk. Men vergete nooit bij een marsch de zoogenaamde pishalte" te houden en daarbij het geheele hamachement met zorg te doen nazien. Men late de dieren steeds behoorlijk met (rekken omwisse len.bij voorkeur om regelmatige tijden, b. v. elk half uur. Een vierde muildier bij elk stuk, als „reserve", komt uitstekend te stade, vooral als er veel gedragen moet worden. Eeo hetere verdeeling van den last zou dan ook kunnen plaats hebben. In elk geval acht ik het wenschelijk de lamoenberrie, evenals bij het Zwitsersche en Pransehe leger, op het 3e dier te plaatsen ten einde het 2e met ruim 16 KG. te ontlasten en den toch al topzwareu laat van dit dier meer stabiel te maken. Dit zou daarentegen zeer goed

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 116