- Ill
de muildieren. Men kan echter gerustelijk aannemen dat hierin, althans
in de eerste tijden, wel geen verandering zal worden gebracht, hoe
zeer ook de gevechtsvaardigheid van eene berg-batterij er wel
100 °/0 door zou stijgen.
- Is nu eenmaal de schaving of drukking ontstaan, dan blijft dus
de vraag over, hoe die op de kortste en beste wijze te genezen?
Gewone borstschaving (het doorgetrokken zijn, dat bij paarden
hoofdzakelijk, bij muildieren zelden of nooit voorkomt) broek-, staart
riem- of lenden-schaving worden het best, na met een sublimaat op
lossing uitgewasschen te zijn, met wat jodeform poeder bestrooid.
Moet het dier verder gebruikt worden en is de schaving niet erg,
dan kan dit door verplaatsing der betrekkelijke tuigdeelen, waardoor
de wonde plek vrijkomt, in den regel wel geschieden.
Een uitstekend gebleken middel, dat binnen enkele dagen gewone
schavingen volmaakt geneest, is het door den rijksveearts Mos te El-
burg steeds op de treinpaarden te Oldebroek toegepaste:
R. Acid tannic 10
Aqua plusial 50
Solchlorat ferri 2
Bij verschillende groote marschen werd het door mij in praktijk
gebracht en steeds met een gunstig resultaat.
Zware schavingen, waarbij dus niet alleen de opperhuid maar ook
de lederhuid aangedaan is, of zelfs nog diepere lagen, moeten door
den paardenarts behandeld worden.
Niet open drukkingen tracht men in den regel door koel houden,
hetzij met lappen, een irrigator inrichting, met een graszode onder
een singel, begieten of ook met het besmeren met zuivere klei
(loempoer), te genezen.
Graf Wrangel geeft hieromtrent als zijne meening te kennen:
„Was nun die Behandlung der Satteldrücke betrifft, kann ich,
„auf langjahrige, persönliche Erfahrung gestützt, nicht eindringlich
„genug empfehlen, der feuchten Warme den Yorzug vor der An-
„wendung kühlender Umschlage zu geben. Durch kalte Umschlage
„wird die Hautausdünstung gehindert, das Blut aus den Kapillargefasz-
„en zurückgetrieben und so das Bestreben der Natur, den Schaden durch
„gesteigerten Stoffwechsel zu heilen, direct bekampft. Die natur-
Dl. I, 1898. 8