117 valerie in Atjeh nooit een' ruiter in handen van den vijand gelaten, niettegenstaande zij toch dikwijls, op grooten afstand van de infanterie verwijderd, hare gewonden kreeg. De zwaarst gewonden werden te paard, zonder eenig oponthoud en zonder de Cavalerie in hare verrichtingen te belemmeren, naar de ambulance vervoerd, en wat wel de kroon op het werk zet, is het feit, dat zelfs van alle gesneuvelde paarden het geheele hanachement werd afgenomen en naar het kampement of bivak werd teruggebracht. Schrijver leidt uit de omstandigheid, dat elk detachement en elke colonne steeds verplicht is de dooden en gewonden mede te voeren, af, dat het verrichten van de veiligheids- en verkennings-diensten door de Cavalerie bedenkelijk is. Maar aan welk wapen wil hij dan die diensten opdragen? Het zal hem toch niet onbekend zijn, dat voor de infanterie die taak zeer bezwarend en dikwijls onmogelijk te vervullen is; dat eene colonne dan, instede van te marcheeren, zoude kruipendat er dan dikwerf kostbare tijd verloren gaat en dat veel krachtsinspanning zoude worden vereischt van het wapen, dat op beslissende oogenblikken zijne volle werkzaamheid moet toonen. De tijden zijn voorbij, dat er op den inlandschen vijand, die door het gemakkelijke verkeer ruim van vuurwapens, w. o. vele van moderne soorten, voorzien is zoo maar los gestormd kan worden. De expeditiën van de laatste jaren hebben aangetoond, dat zonder behoorlijke verkenning en voorbereiding de infanterie alleen dan hare taak kan volbrengen, wanneer zij niet tegen zeer groote offers opziet. Gelukkig waren de hoogere troepenleiders en bekwame troe penaanvoerders van ruime oorlogsondervinding daarvan doordron gen en werd de Cavalerie in 1896-'97 nog voor den aan vang der vijandelijkheden aangewezen om te waken voor de vei ligheid en het verband van het geheel, zoowel op als buiten het ge- vechtsveld. Naar mijne meening kan de Cavalerie met rechtmatigen trots gewagen, dat zij bij de operatiën van de laatste jaren op Atjeb, zich van de haar opgedragen moeilijke taak op alleszins loffelijke

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 130