124 melden, dat de infanterie-voorhoede zoowat op de helft van de sawah marcheert. Aan Esc. Cd4. PI. v. verz: 400 M. Noord van lijn van opmarsch in hoog terrein CD. Uur van verz: 7.42 Y. M. Datum: 3 Oct. 1897 Bericht no. 3. Heb den door u gesignaleeraen vijand 600 M. meer naar zijde gebergte teruggedreven. Blijf heuveltoppen vasthouden. Wachtm. vrij zwaar gewond, schot linker schouder, naar am bulance opgezonden; paard no. 101, licht gewond, schot door den hals, blijft dienstdoen. Aan Col. Cd4, ter zake bericht. Infanterie riviertje d. gepasseerd en is hooge rand C. tot op 300 M. genaderd. Cd4. Cav. bij de colonne Overbrenger Cav Tempo x Gezien Esc: Cd4. Ontv. Wat betreft het aantal ruiters, met het overbrengen der berichten belast, het volgende: Nu eens zien wij een bericht door één cava lerist overgebracht, dan weder door twee. Is dit maar willekeur? Geenszins. Als algemeenen regel geldt tegenover den Inlandschen vijand, dat een bericht steeds door twee cavaleristen wordt overgebracht, waar van alleen dan mag worden afgeweken, wanneer de afteleggen weg van vijanden gezuiverd is en gemakkelijk terrein aanbiedt, in welk geval slechts één cavalerist voor het overbrengen benoodigd is. Trouwens de quaestie is erg eenvoudig. Rijdende door eenig terreingedeelte, waarin de mogelijkheid niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 137