129 -
Vijand handhaaft zich in stelling. Verkenning ravijntje belet door
zwaar vuur van rechtschen heuvel achter kpg. F. Bij opening artie. vuur
zet ik verkenning voort en zal trachten ravijntje hooger op te passeeren.
Kan cavIe. op linkerflank colonne bij mij aansluiten en inf*. haar
taak overnemen
Zoo ja, verzoeke den last daartoe te verstrekken.
Esc. Cd4.
Overbrenger:
^avGezien
temP° xx- Col.-comd4.
Ontv.
Intusschen overschrijdt de inf10-voorhoede, waarbij wij den colonne
commandant en den commandant van de artillerie opmerken de sawah,
den rechtervleugel van de gevechtslinie gedekt door de cav« pa
trouille op de rechterflank der colonne, die kort voor het oprukken
heuvel C. heeft verlaten om een kleinen voorsprong te nemen, ten
einde hier en daar kpg. M. binnen te rijden en den Noordrand van
kpg. M. te verkennen. Niets bijzonders wordt opgemerkt, zoodat
spoedig deze patrouille in het hooge terrein C. op een goed uitzicht
gevend heuveltje staat.
Ook de hoofdcolonne beveiligt zich gedurende het oprukken door de
sawah op haar rechterflank door enkele kleine afdeelingen (sectiën).
Nog gedurende het oprukken door de sawah komt bericht No. 2
van den commandant der cavalerie op de linkerflank, weldra gevolgd
door den gewonden wachtmeester, die de hoofdcolonne inwacht,
alwaar hij verbonden wordt en na verbonden te zijn vraagt om op
zijn paard de ambulance te mogen volgen, daar hij het te paard
blijven, verreweg verkiest boven het onaangename schommelen in de
tandoe. De officier van gezondheid heeft er niets op tegen, een tandoe meer
beschikbaar, mompelt hij, straks kunnen ze best gebruikt worden. Om
7.45 Y.M. bevindt de infanterie-voorhoede zich in den hoogen rand O.,
waar even halt gemaakt wordt om de verloren afstanden te herwinnen.
De cavaleristen, die den gewonden wachtmeester begeleid hebben,
alsmede de overbrengers van het bericht No. 2 van den commandant
der cavie. op de linkerflank, keeren naar hun commandant terug.