143
Artie. van de infi6-voorhoede sluit bij artie. hoofdcolonne aan, die
voorloopig in stelling blijft.
Op signaal „geheel voorwaarts" wordt tot den aanval opgerukt,
waarop tevens 1 comp. van de infie-voorhoede door kpg. B. oprukt,
naar de waadbare plaats in de rivier, om den vluchtenden vijand onder
vuur te nemen. Zoo de vijand over de rivier wijkt, moet aanval
lend bataljon met de cavalerie overgaan om den vijand zooveel mo
gelijk afbreuk te doen. Voorts geeft de col. Cd1, nog aan, dat hij
de aanvallende beweging volgt en dat 's vijands positie door de ach
tergebleven troepen moet worden bezet, zoodra de aanvalscolonne de
rivier gepasseerd heeft.
In verband hiermede worden de volgende schriftelijke bevelen
gegeven, welke reeds door den chef van den staf zijn opgemaakt.
Aan Oomd4. hoofdcolonne
majoor
PI. van verz.hoog terrein op 's vijands
rechtervleugel.
Uur van verz.9.30 V.M.
Datum: 3 Oct 1897.
Bericht no. 14.
Neem gevechtsformatie aan tegenover rechter flank vijandelijke
positie, met 3 compn. in de gevechtslinie, en 1 comp. in reserve waarbij
ambulance; 2 compu. benevens de reserve compagnie en ambulance
gaan ravijntje over tot aanval heuvelstelling. Derde comp. gevechts
linie rukt aan deze zijde ravijntje tegen kampong op.
Cavie. dekt uw linkervleugel.
1 Comp. inli0.-voorh. rukt door kpg B. naar waadbare plaats om
eventueel vluchtenden vijand over rivier zooveel mogelijk afbreuk
te doen.
U zet met cavie. aanvallende beweging aan overzijde rivier voort.
Ik volg de beweging.
OverbrengerCol. Comd4.
tempo X
Dl. I 1898 10