3 apothekers verwachten, dat zij dergelijke omslachtige onderzoekingen naar eisch zullen doen Hebben zij daarvoor overigens voldoenden tijd Want die onderzoekingen moeten herhaaldelijk plaats hebben, daar het meel dat heden onderzocht en goed bevonden is, morgen ver- valacht kan zijn. Bovendien is er iets, dat zelfs de meest be kwame onderzoeker niet kan constateeren, nl. of het meel geschikt is om er goed brood van te bakken. Wel heeft men daarvoor een toestelletje bedacht aleurometer maar afdoende resultaten geeft dat niet. Slechts een bakproef kan ten deze uitsluitsel geven. Haar gesteld zelfs, dat een afdoend onderzoek van het meel mo gelijk ware, zou dan de intendant op gezag van zoo'n onderzoek het meel kunnen afkeuren Zou de leverancier niet kunnen beweren, dat hij tegen het onderzoek wel is waar niets kan inbrengen, maar dat het onderzochte monster niet van zijn voorraad afkomstig is? En dat hij zoo iets zou kunnen beweren, is naar onze meening niet bepaald onwaarschijnlijk. De intendant nl. heeft overeenkomstig 7 art. 17 der voorwaarden een monster meel van den voorraad afgenomen, zonder echter dien voorraad buiten het verder bereik van den aannemer te brengen, waartoe hij de bevoegdheid mist niet alleen, maar bovendien ook geen gelegenheid heeft. Nu wordt het monster onderzocht, zulks vordert nog al tijd, het monster wordt af gekeurd, maar nu zegt de leverancier: het meel, waarvan het monster is genomen, is slecht, dat geef ik toe, maar daarom heb ik intusschen ander aangeschaft, het slechte meel heb ik doen wegbrengen. Zie daar mijn nieuwe en betere voorraad. Wat nu te doen? Men is zelfs overtuigd, dat het beweren van den leverancier onwaar is, maar kan 't natuurlijk niet bewijzen. Dus maar weer van voren af aan onderzoeken, om morgen dezelfde vertooning te maken. Doch afgescheiden daarvan, wat geeft al dat onderzoeken van het meel, daar waar de leverancier gelegenheid te over heeft om ander meel dan het onderzochte, of het onderzochte meel na het te voren vervalscht te hebben, te bezigen voor de broodbereiding? Het brood onderzoeken, maar wie zal dat grondig kunnen doen? Met zulke ruwe hulpmiddelen als 't oog, 't oor, de neus en de tong, bereikt men het doel niet bij Vervalschers, die eenigszins het vak verstaan. Derhalve maar wederom de hulp van den apotheker

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 16