SPREIDING VN TREF- EN SPRINGPUNTEN (Vervolg van blz. 52) Hoofstük II. Aangroeiing cler lengte- en hoogtespreidingen van trefpunten bij het toenemen der schootsverheden. De drachten worden bepaald door de aanvankelijke snelheden, de schootshoeken en de luchttegenstandscoefficiëntende lengtesprei ding der trefpunten zal dus afhankelijk zijn van de variatiën van de waarden dezer grootheden. Ten aanzien hiervan valt o. a. het vol gende op merken De spreiding in de aanvankelijke snelheden is, vooral bij geschut, van zeer veel invloed op de spreidiüg der trefpunten, en op groote afstanden is zij zelfs van overwegende beteekenis. Bij geweervuur is hare werking naar verhouding minder, aangezien bij dit vuur in den regel groote richtfouten worden begaan. Stellen wij de aanvan kelijke snelheid V0, den schootshoek at, den invalshoek 6 en de dracht w, dan zal, als de aanvankelijke snelheid met een bedrag A V0 toeneemt, de dracht met een bedrag f\ w aangroeien, en leert de ballistiek, dat tusschen de hiervoor genoemde grootheden, de vol gende betrekking bestaat(1) in welke formule de luchtweerstand evenredig met de nde macht der snelheid is genomen. Yoor n 2 en 3 gaat deze vergelijking respectievelijk over in: 3 tg* tg av° tg 6 V0 (1) Zie o. a. Von Wuioh, Lehrbuch der auszeren Ballistik, Ille deel, bladzijde 468. Dl. I 1898. 11.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 174