162 Voor kleine snelheden is de eerste formule nauwkeuriger, voor groote snelheden de tweede. Voor ons doel zijn zij echter beide evengoed bruikbaar, en daar de eerste eenvoudiger is, zullen wij haar verder in dit rpstel steeds gebruiken. Noemen we nu de halve totale lengtespreiding der trefpunten, die veroorzaakt wordt door variatiën in de aanvankelijke snelheden Lx en de halve totale sprei ding dier snelheden v, dan hebben wij x tg 6 V0 en stellen wij hierin kortheidshalve y x dan krijgen we: Lx 2 w X- x(9). tg De hoogtespreiding wordt gevonden door de lengtespreiding met den tangens van den invalshoek te vermenigvuldigen. Hieruit volgt Hx 2 w tgx. x(10) Ten aanzien van formule (9) valt nog op te merken, dat bij het grooter worden van de drachten de waarde van X. voortdurend afneemt, tg t doch veel langzamer dan w. aangroeit. Het product w zal derhalve aanhoudend grcoter worden en dit is dus ook het geval met de leng tespreidingen. Formule (10) doet onmiddellijk zien, dat de hoogtespreidingen voortdurend zullen aangroeien en zulks in sterkere mate dan de schoots verheden. Wanneer de schootshoek x. met een klein bedrag, dat wij p zullen noemen, aangroeit, leert de ballistiek, dat de dracht zal toenemen met een bedrag w, volgens de formule: w w (ltg2«) cot sin f. Stellen wij nu de halve totale spreidingen, die veroorzaakt worden door variatiën in de schootshoeken voor door Ly en Hy, en noemen we y de halve totale spreiding der schootshoeken, dan hebben we: Ly w (1tg2&) cot y(11) Hy w (1— tgz<*) y(12) te iü' v L„ 2 w ~=- Y

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 175