167
Beschouwen we formule (17) eenigszins nader, dan blijkt, dat
onder het wortelteeken een term voorkomt [de term 4f2cot22<zy 4]
die op korte afstanden de andere in beteekenis overtreft. Voor
x 0 toch is cot x oo, en onverschillig welke waarden men aan
x en z moge geven, zal die term aanvankelijk de grootste waarde
hebben. Bij het grooter worden van w neemt echter cot 2 x zeer
snel af en dit zal tengevolge hebben, dat de spreiding vermindert,
en zulks te meer, aangezien ook de derde term eenigszins afneemt.
Langzamerhand evenwel neemt de eerste term in beteekenis toe,
terwijl de tweede en de derde steeds kleiner worden, en eindelijk
zal het oogenblik komen, waarop de aangroeiing van den eersten de
afname der beide andere overtreft. Yan af dit oogenblik zullen de
spreidingen weder aangroeien en zulks te meer, wanneer ook de
derde term, na nul te zijn geweest, weer toeneemt.
Deze beschouwingen gelden voor alle soorten van vuurwapenen,
zoowel voor geweren als voor kanonnen. Aanvankelijk nemen de
lengtespreidingen af om later, nadat zij een minimum hebben bereikt,
weer aan te groeien. De vraag is nu wanneer dit minimum bereikt
wordt. Uit de formule [17] blijkt, dat zulks in de eerste plaats
afhankelijk is van de waarden van x, y en z. Hoe grooter y is,
hoe grooter m.a.w. de richtfouten zijn, des te grooter zal ook de
beteekenis van den tweeden term zijn en des te langer zal de afname
duren. Hetzelfde geldt ten aanzien van de waarde van z of de
spreiding van het projectielgewicht.
Is x echter groot, dan zal de eerste term in beteekenis winnen
en het minimum eerder bereikt zijn.
Yerder blijkt, dat ook de waarde van x van veel invloed is.
Naarmate x, bij het grooter worden der drachten, sneller toeneemt,
zal cot 2x sneller afnemen, en de tweede term eerder zijne beteekenis
verliezen Zulks nu houdt nauw verband met de aanvankelijke
snelhedennaarmate deze grooter zijn, zijn de richthoeken kleiner.
\Vjj zien derhalve, dat de drachten, waarbij de lengtespreidingen
hun minimum bereiken, grooter zullen zijn, naarmate:
1/ er onnauwkeuriger gericht wordt;
2/ de projectielen minder zuiver zijn afgewerkt;
3/ de aanvankelijke snelheden regelmatiger zijn; en