169 vergrooten. De ladingen zijn voorts niet afgewogen, zoodat ook de spreiding in de aanvankelijke snelheden grooter is dan bij geschut. Bjjgevolg heeft in formule (15) x, maar vooral y eene grootere waarde dan bij kanonnen en als een noodwendig gevolg hiervan zal het minimum der spreiding bij eene grootere dracht behooren. Het kan zelfs voorkomen, dat deze dracht grooter is, dan de grootste, die in de schootstafel is opgegeven; in zulke gevallen zal natuurlijk de spreiding, voor zooverre deze in de tafel vermeld is, steeds afnemen, zonder dat men iets van eene latere toename bespeuren kan. Zulks nu komt bij geweren veelvuldig voor, zoodat men het wel eens, doch ten onrechte als eene vaststaande wet beeft beschouwd. Toch bestaan er uitzonderingen. Zoo zijn bijv., volgens de schoots tafel van het Indische Beaumontgeweer, de 50 lengtespreidingen op afstanden van 100 tot 900 H. opklimmende met 100 M. respectievelijk gelijk aan 21,219,918,417,918,3 19,1 - 20,722,7 en 24,8 M. Het minimum der spreiding behoort dus bij een dracht van circa 400 H. In zijn meergenoemd artikel „Het bundelvuur" heeft de toenmalige Majoor Rink deze getallen aan eene korte beschouwing onderworpenhij kan echter aan hunne juistheid geen geloof hechten. Volgens hem zijn die uitkomsten hoogst onwaarschijnlijkaangezien algemeen tvordt aangenomen dat met het toenemen van den afstand de invalshoeken in sterker mate aangroeiendan de hoogtespreidingwaaruit volgtdat de dieptespreiding afneemt." Wij zouden geneigd zijn te vragen: wat doet het er toe, of iets algemeen wordt aangenomen, zoolang het bewijs niet geleverd is? Afgescheiden hieryan kan echter uit het voorgaande blijken, dat de wijze, waarop de spreidingen bij het Beaumontgeweer aangroeien, niets onwaarschijnlijks heeft en geheel naar eisch verklaard wordt door de theorie. En evenals de theorie de uitkomsten der proeven waarschijnlijker maakt en verklaart, zoo maken omgekeerd die uit komsten de wetten der theorie waarschijnlijker, en geven zij het recht haar als juist te beschouwen. Wanneer wij in formule (15) 4x2 0,00125; 4y2=0,0000028188 en z2=0 stellen, vinden wij op afstanden van 100 900 M., opklimmende met 100 M., voor de 5000 lengtespreidingen bij het Indische Beaumontgeweer 21,2 19,5 18,818,7 19,5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 182