181
heeft aangenomen, kaliber 7,62 mM. en voor de Marine in 1895
een geweer stelsel Lee, met een kaliber van 6 mM., heeft het depar
tement New-York voor zijn uitstekend georganiseerde National Guard
een wapen gekozen, aan de meest moderne eischen voldoende. Uit
twaalf modellen werd de voorkeur geschonken aan het stelsel Savage.
Aangezien dit geweer zoozeer afwijkt van alle in gebruik zijnde
geweren, willen wij hier een en ander omtrent dit wapen mededeelen.
Het kaliber is 7,62 mM., het wapen weegt 3,96 KG., de lading
bedraagt 2,33 gr. en geeft het projectiel een snelheid van 610 M.
De loop is 75 cM. lang, het systeem behoort tot de valblokslui
tingen, het magazijn is een trommel.
Het staartstuk is zoodanig gemaakt dat ontsnappende gassen den
schutter niet kunnen hinderen. De patroontrekker werkt met zoo
veel kracht, dat, hoe snel men schiet, hij steeds goed zijn plicht doet.
De trommel opgesloten in het staartstuk bevat 5 patronen,
die door een stel klauwen of haken op hunne plaatsen worden ge
houden. Op het voorste gedeelte zijn cijfers aangebracht die een
voor een zichtbaar worden en aangeven hoeveel patronen er nog in
het magazijn zijn. Het is geen noodzakelijkheid te wachten tot het
magazijn leeg is om de patronen aan te vullen. Buiten het magazijn
kan het geweer een patroon in de kamer hebben.
Wanneer men na ieder schot wil laden kan men de trommel auto
matisch buiten werking stellen.
De patroon is voorzien van een rand.
Wanneer men het geweer als enkellader gebruikt, plaatst men een
patroon door het geopende staartstuk in de kamer en slaat den hef
boom weder opdeze beweging is noodig om de patroon verder in
de kamer te brengen, om den patroontrekker den rand van de huls
te doen vatten, en om de slagveer te spannen.
Zoolang de hefboom niet geheel in den bovensten stand is, is het
onmogelijk om vuur te geven. Zoodra het schot is afgegaan, slaa;
men den hefboom neer en de huls wordt naar rechts uitgeworpen.
Bij het snelvuur worden de patronen in de trommel rondgedraaid
en voor de kamer gebracht door een automatisch werkenden aanbrenger,
die in het staartstuk is bevestigd achter den loop en wiens beweging
met die van den hefboom samengaat; een tand van dien aanbrenger