6 niet de bevoegdheid kan cntzegd worden ten deze een oordeel uit te sprekeD, is van dezelfde meening. Wel is waar zegt hij, dat het middel tot verbetering van de hoe danigheid van het brood voor den Indischen soldaat vooralsnog minder gezocht moet worden in de oprichting van garnizoens bak kerijen, dan wel in die van een militairen graanmolen voor het ge- heele leger, omdat alleen daardoor zekerheid kan verkregen worden, dat het brood werkelijk een gezood en krachtig voedsel zal ople veren, maar hij voegt er tevens bij, dat het vanzelf spreekt, dat de broodbereiding onder militaire controle behoort te geschieden. Nu kan die controle alleen goed zijn, indien die bij voortduring en door daartoe geschikt personeel wordt uitgeoefend: een korporaal-planton, zou, om eens iets te noemen, daartoe niet voldoende zijn. Dergelijke contröle zou geld, zelfs veel geld kosten en is 't daarom beter en goedkooper, ook het broodbakken in een eigen inrichting te doen plaats hebben. Kapitein Winckel zou dus wenschen, eerst de oprichting van een molen en daarna die van bakkerijen; ook wij zouden dat wenscheD, maar aangezien het te vreezen is, dat indien de bakkerijen moeten wachten op den molen, wij dan voorloopig niet verder zullen komen, keeren wij de zaak liever om. Zoodoende wordt het goede niet aan het betere opgeofferd en al moge nu de oprichting van bakkerijen niet een afdoende verbetering zijn, het brood voor het leger zal daar door toch zóó zeer verbeteren, dat de maatregel ten volle verantwoord is. Dus eerst bakkerijen en daarna een molen. Heeft men bakkerijen, dan is ook de invoering van veldbakkerijen slechts een quaestie van geld geworden. In de garnizoensbakkerijen kan het personeel voor de veldbakovens gevormd en met de behandeling der ovens vertrouwd gemaakt worden. Bij het uitrusten eener expeditie (1) heeft men dan slechts zulk een oven met het noodige personeel daarbij in te deelen. Men heeft wel eens beweerd, dat aangezien bij de Europeesche legers bet brood het hoofdvoedingsmiddel van den soldaat uitmaakt en hem daarvan groote hoeveelheden per dag worden verstrekt de oprichting van bakkerijen voor die legers reden van bestaan heeft» (1) Omauga naar Flores o. a.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 19