196 binnenlandsch bestuur dienen om te schitteren; bij de vaststelling van hun ambtsgewaad zat n. 1. tegenover den inlander een politiek doel voor, daar deze, evenals een kind, iemand taxeert naar de waarde aan goud en zilver zijner kleeding. Gelukkig laat men zich bij het aannemen eener bijzondere kleeding niet altijd door praalzucht leiden, doch ook dikwijls door het ver langen naar een kleeding, geschikt voor het beoogde doel. Zoo koos de jager en de sportman zich een eigen kleeding. Na deze inleiding wil ik mijn aandacht verder wijden aan een beschouwing van de kleeding van het leger en aan de eischen, waaraan die kleeding moet voldoen. De noodzakelijkheid van eenvormige bewapening bracht al zeer spoedig den eisch van eenvormige kleeding met zich mede. Was te voren een door allen aangenomen veldteeken, b.v. een vaan tje aan de lans, een zinnebeeld op het schild, voldoende als herkenningsmiddel, nadat de invoering der vuurwapens met bij- behoorende munitie, kruithorene, kogelzakken en andere behoeften een eenvormige bewapening en uitrusting eischten, leerde, in verband daarmede, de practijk ook spoedig het nut eener eenvormige kleeding inzien. De oprichting der staande legers onder Karei den Stoute werkte dit nog meer in de hand. Het behoeft geen betoog, dat de uniforme kleeding èn in het belang van de krjjgstucht èn in dat van de verpleging is. Zoo zien wij langzamerhand de soldaten van alle Europeesche legers gelijk gekleed gaaD, de soldaten van hetzelfde leger herkenbaar door een eigenaardig onderscheidingsteeken. Naarmate het leger een meer nationaal karakter kreeg, naarmate m. a. w. de huurlegers plaats maakten voor de volkslegers, werd de uniform ook meer in overeenstemming met de nationale kleederdracht gebracht. Een krachtig middel bleek dit dikwijls om den tegenzin van het volk in den dienst op te heffen. Duidelijke voorbeelden hiervan zien wij in de Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie, waar éénzelfde uniform voor de geheele krijgsmacht onvermijdelijk tegen stand moest ondervinden bij de bonte rij van nationaliteiten, zoo ver scheiden in afkomst, taal en kleeding, als men in geen monarchie ziet. De landweer in Dalmatië draagt sedert 1870 de volksdracht; de Bosnische troepen zijn voorzien van de Turksche fez. De land-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 209