198 moeienissen van allerlei aard. Zijn kleeding zal hier in alle opzichten rekening mee moeten houden. De uniform moet dua zijn eenvoudig, zonder overtollige aanhang- sels of versiersels, van een duurzame stof, in overeenstemming met het klimaat; de kleur mag de aanwezigheid van een troep niet aan den vijand verraden. Omtrent dit laatste punt zijn in Frankrijk (1894) en Engeland (1896) belangrijke proeven genomen. In Frankrijk geschiedde dit door Gérard en Devismes. De proeven hadden plaats met schijven van verschillende kleur; om den graad van zichtbaarheid der beproefde kleuren te vergelijken, had men een cijferschaal aangenomen van 1 tot 7, waarin 1 het maximum en 7 het minimum van zichtbaarheid voorstelde algeheele onzichtbaarheid werd aangeduid door 8. De proeven werden onder verschillende omstan digheden genomen een overzicht vindt men in onderstaande tabellen. a. Afstand 800 M. KLEUREN. ACHTERGROND. Onbedekt terrein. Rotsachtig terrein. Aan het strand. Op het water. Steenen ver sterkingen. Aarden ver sterkingen. Wit 1 1 2 1 2 1 Koningsblauw (1). 2 4 3 7 2 3 Groen 3 5 4 4 3 4 Scharlakenrood 4 4 3 2 4 5 Grijs 7 7 7 5 7 6 Dofbruin 7 7 7 6 6 7 (1) Koningsblauw is een tint blauw, iets lichter dan het indigo, waarmee het serge van het Ned. Indisoh leger geverfd is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 211