204 verwerpen. Het kan zijn, dat men in de tropen den factor van bescherming tegen de zou zóó hoog schat, dat men over evengenoemd groot nadeel heenstaptbij legers buiten de tropen mag dit niet gebeuren en is de helm van den thans gebruikelijken vorm beslist af te keuren. De klep, welke de oogen moet beschermen, belet het gebruik van de binocle en bij de artillerie het richten. Eerst moet hij ach- terovergezet worden om het oog goed achter den oogdop van den opzet te kunnen brengen. Dit nadeel is evenwel met van zoo'n beslissenden aard als het voorgaande. Hoe lastig de helm in bedekt terrein is, weet een ieder, eeD bezwaar, dat in de koloniëa weer meer op den voorgrond treedt. Verder heeft de helm, zooals hij thans vrij algemeen voorgeschreven is, het nadeel, ook te velde voorzien te zijn van eeu aantal blinkende versielsels, die op grooten afstand zichtbaar, volstrekt overbodig zij a en het hoofddeksel noodeloos zwaar maken. Het garnituur van den Ned. Indischeu helmhoed, zonder den sieraadsband, weegt bv. 0,125 KG., terwijl de helm met garnituur zonder sieraadsband 0,325 KG weegt; meer dan 1/3 deel van het gewicht bestaat dus uit noodelooze, zelfs schadelijke aanhangsels. De schitterende zon op den helmhoed van het Ned. Indische leger en de dito adelaar op de Duitsche Pickelhaube zijn reeds zichtbaar, vóórdat de drager er van te ouderscheiden is, volgens sommigen bij zonneschijn reeds op 2500 M. De fuselier weet dit zeer goed en het eerste, wat hij te velde doet, is zijn hoofddeksel van zon, sluit- dop en leeuwenkoppen te bevrijden, zoodat een troep op expeditie er uitziet, alsof hij in zijn geheel in de 2e klasse van militaire dis cipline is geplaatst. Bij vredesoefeningen ziet men bij de artillerie de helmhoeden het achterste voren opzetten, om bij het in batterij komen haar plaats niet te verraden. In Duitschland ziet men dit bezwaar ook zeer goed in; in 1866 reeds werden de versierselen met barn8teenverni8 dof gemaakt, hetgeen echter maar voor korten tijd hielp; tegenwoordig wordt de helm van een overtrek voorzien, hetgeen weder een gewichtsvermeerdering veroorzaakt. Alle genoemde nadeelen zijn bij den Duitschen helm zoo groot, dat zijn eenige voordeel vrij wel tot nul gereduceerd wordt; boven-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 217