210 zelfs door offieiereD, gedragen mocht worden. De onpractiache affenrock bleef echter voor alle andere gelegenheden behouden. Waarschijnlijk heeft men hiervan nog een grooten voorraad. Dealgeheele invoering der litevka is zonder twijfel slechts een quaestie van tijd. Het meest geschikt zal blijken een ruime luchtige blouse of kiel, zonder blinkende knoopen, met liggenden kraag, met de noodige paseanten tot betere bevestiging van het ledergoed en met ruime groote zakken. Een dergelijk kleedingstuk, doch met staanden kiaag, is in gebruik als velduniform bij het Oostenrijksche en En- gelsche leger, zoowel in het moederland als in de koloniën. Alleen de Duitsche koloniale troepen dragen liggende kragen, zooals boven reeds werd opgemerkt. In sommige legers heeft men voor marsch- en veldtenue een ruim zittende kapotjas met opgenomen slippen voorgeschreven. Als motief hiervoor zal waarschijnlijk gediend hebben, dat men de nauwsluitende, dikwijls opzichtige tuniek of korte jas voor den velddienst ongeschikt oordeelde, echter wegens financieele reden geen tweede kleedingstuk wilde verstrekken en nu moest de kapotjas als zoodanig dienst doen. Bij koud weer kon men er een mouwvest of iets dergerlijks onder aantrekken. In Nederland is echter het mouwvest afgeschaft en het marschtenue met kapotjas vervallen. Het Italiaansche leger draagt te velde een kapotjas met liggenden kraag, Frankrijk en Spanje hebben te velde eveneens een kapotjas, doch met staanden kraag. Over den pantalon kan ik kort zijn. Hij mag vooral niet hinderen bij het marcheereu, dus niet knellen in het kruis of om de knieën, moet over het geheel ruim zijn en flinke zakken bevatten. De Hongaarsche pantalons, die het geheele been strak omspannen, zijn, wanneer ze Diet uitstekend gemaakt zijn, zeer hinderlijk en dus onpractisch Een beenbekleeding als de Highlanders hebben, is zeker zeer schilderachtig, doch te velde minder aan te bevelen. Slobkousen zijn zeer gewenscht. Wel is waar is het aan- en uit trekken eenigszins tijdrooveud, maar ze geven steun in het enkelge wricht en aan de spieren van het onderbeen, voorkomen het hinderlijke tegen elkaar schuren der broekspijpen en zijD van veel nut in struik gewas, laag opgaand hout en dergelijke. Ze zijn verre te ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 223