226
lijke afdeelingen van het departement tot een gezamenlijke bibliotheek
vereenigd. Slechts de bibliotheek van de VIC afdeeling (Geneeskundige
Dienst) werd niet in deze samenvoeging begrepen, terwijl de artillerie
en genie hoewel op eenigszins bescheidener schaal zuivere vakbiblio
theken bleven behouden.
Deze wijziging moet zeker een belangrijke verbetering geacht worden,
welke duidelijk in het oog springt bij het inzien van den thans versche
nen catalogus en van het daarin opgenomen reglement voor de biblio
theek. Het is echter te betreuren, dat deze reorganisatie der bibliotheken
gepaard moest gaan met een vrij belangrijke bezuiniging; de vrijgekomen
gelden zouden zeker een zeer gewenschte aanwending hebben kunnen
vinden in de nieuw gevormde algemeene bibliotheek, welke bepaald over
te weinig fondsen beschikt om haar naar behooren aan het doel te doen
beantwoorden.
Een paar bepalingen uit het reglement mogen hier vermelding vinden.
De bibliotheek is toegankelijk voor de officieren v/h Ned. Ind. leger
en van de marine.
Boekwerken worden op aanvrage buiten de bibliotheek ter lezing gegeven.
De officieren in andere garnizoenen dienen daartoe hun aanvragen aan
den Plaatselijk - militairen commandant in; terwijl de toezending en terug
zending der boeken als dienstpakket door tusschenkomst van deze auto
riteit plaats heeft.
Ook aan gepensionneerde officieren en aan officieren buiten het leger
kan, op schriftelijke aanvrage aan den Chef der VIIde afdeeling van
het Departement van Oorlog, vergunning gegeven worden om boekwerken
ter lezing te ontvangen.
Ieder bezoeker der bibliotheek kan in een daartoe bestemd register aan-
teekening doen van de werken, waarvan hij de aanschaffing gewenscht acht.
Door deze bepalingen te treffen en door het verkrijgbaarstellen en
het ter raadpleging bij verschillende autoriteiten beschikbaar leggen
van den catalogus, heeft het legerbestuur het den officieren belangrijk
gemakkelijker gemaakt om te werken en het is te hopen, dat de
maatregel ook werkelijk het zijne ertoe hij brengt om den lust tot
studie bij het officierskorps op te wekken.
De eenige aanmerking, uie wij nog kunnen maken is dat de prijs
van verkrijgbaarstelling (f 2.00) te hoog voorkomt. Niet dat het keurig
afgewerkte boek die prijs niet waard is, doch de prijs is te hoog om
het doel te bereiken, dat het werk in ieders handen komt. Zou het
legerbestuur er niet toe kunnen besluiten die prijs voor de actief dienen
de officieren belangrijk te verlagen en daardoor de mogelijkheid te
scheppen, dat ieder officier zich het boekwerk aanschaft