257
overgaan in de ellips AKLM. Bij deze vervorming blijven echter
de punten L, waar de uiterste banen de ellips raken, op hunne plaats,
zoodat de grootte van den spreidingshoek LOR onafhankelijk is van
de qualiteit der buizen. Deze hoek wordt dus alleen bepaald door
de spreidingen in de aanvankelijke snelheden en in de schootshoeken.
Het is van belang hierop de aandacht te vestigen, omdat blijkens
de vroeger afgeleide formule
h2 p2 12 H2 P 6
P ~r e
de vraag of de hoogtespreiding der springpunten grooter of kleiner
is dan het product van de lengtespreiding en den tangens van den
invalshoek, uitsluitend daarvan afhangt of e, [de tangens van den
spreidingshoek] grooter of kleiner is dan p. Die vraag is dus mede
geheel onafhankelijk van de qualiteit der tijdbuizen.
Stellen wij nu in (43) en (44) kortheidshalve tg x o en tg p,
dan vinden we door (43) met p2 te vermenigvuldigen en van de
nieuwe vergelijking (44) af te trekken:
h2 p2 12
4o2 (p2 o2)
(o p)2 *2 (i o8 p2) y21 (45)
welke formule nu in bekende waarden de betrekking aangeeft tus-
schen h en 1.
De vraag of h kleiner of grooter is dan p 1 hangt dus daarvan af,
4o2 (p2 o2) y
[o~jr~p)2x grooter °f kleiner is, dan 7 °2 P2) y2- Ten
einde na te gaan, wanneer zulks het geval is stellen wij deze waarden
aan elkander gelijk en vinden dan na kortp'nerleiding
7 P 0
o p 1 -|— op 1 o p
y x 2 tgX tg(^ tg^ (46)
tg X tg
zoodat b alleen dan grooter is dan p 1, als y grooter is dan uit (46)
zou volgen.
Ru is echter y een zeer klein getal, [bij goede richters niet grooter
dan 0,00025] terwijl x meestal niet kleiner is dan 0,01; y kan dus
alleen grooter zijn dan x V tg(0 7 x)i a's
tg tgi
de vorm onder 't wortelteeken zeer klein is, m. a. w. op korte af-