264
en historisch karakter te geven en te doen behouden, is ook dikwijls
de politiek van invloed geweest op de kleeding.
Bij gelegenheid van het bezoek van het Russische garde-infanterie-
regiment „Presbraschensky" aan Parijs, gaf de „Illustration" een
reeks van afbeeldingen van de verschillende uniformen van dat korps
van af zijn oprichting door Peter den Groote tot nu toe. Men ziet,
dat dit regiment vóór de invoering der nationale „tatacha" (muts
van zwart lamsvel) de Pruissische Pickelhaube droeg. Keizer Nico-
laas I toch was nauw verbonden met Pruisen. Toen onder zijn
opvolgers, de keizers Alexander II en Alexander III die vriendschap
begon te verkoelen, raakte de punthelm meer en meer in onbruik. Werd
hij eerst nog beperkt tot de garde en de stafofficieren, weldra was het
regiment „Presbraschensky" slechts het eenige korps, dat hem droeg
en nog onder Alexander III werd hij geheel afgeschaft. Bekend is
ook, dat de ongelukkige czaar Peter III uit overdreven bewondering
voor Prederik den Groote de Pruisische uniform bij zijn leger invoerde
en daardoor groote ontevredenheid verwekte.
4. Prijs. Waar de oorlogsbegrootingen van elk land steeds stij
gende zijn, waar elk jaar onnoemelijke sommen uitgegeven worden
voor den aankoop van nieuwe geweren, nieuw geschut en nieuw
pantsermaterieel, daar is het noodig, dat men op alle overige posten
van het oorlogsbudget zooveel mogeljjk tracht te bezuinigen ten einde
de hierdoor bespaarde sommen aan te wenden voor de meest drin
gende zaken.
Men zal hierbij ook het oog vestigen op de uniform. Reeds sub
2 is gewezen op de groote uitgaven, verbonden aan het invoeren
van een afzonderlijk paradetenue naast het veldtenue. In dit op
zicht is men vooral in het Britsche leger zeer royaal.
Hoe er bij het Ned. Indische leger in deze aangelegenheid kan
worden bezuinigd, blijkt o.a. uit de volgende voorbeelden.
De man moet in het bezit zijn van drie halsdassen, volgens de
prijslijst, vastgesteld bij A. O. 1895 No. 58, elk f 0,15 kostende. De
halsdassen zijn volstrekt overbodig te velde, worden door niemand
gedragen en in het garnizoen waarschijnlijk alleen op propriëteitsap-
pèls en inspecties. Yoor één veldbataljon, bestaande uit 1 Eur.
en 3 Inl. compagnieën, vertegenwoordigen deze 3 halsdassen per man