266
rangen. graden, ambachten, enz. in het leger door distinctieven moeten
worden aangeduid, behoeft zeker geen nadere toelichting. Dat vele
dezer onderscheidingen tegelijk een speculatie op de ijdelheid van
den soldaat zijn, spreekt van zelf. Behalve, dat zij hem doen kennen
bv. als scherpschutter, richter le klasse, enz., hetgeen reeds in de
practijk van veel waarde is, zullen zij eerstbeginnenden opwekken
om ook zoo'n distinctief te verdienen, waardoor zij zich uitwendig
van minder ver gevorderden zullen onderscheiden.
De onderscheidingsteekenen zullen duidelijk en goed zichtbaar
moeten zijn. Het emblema der artillerie, twee gekruiste kanonnen,
laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. Anders is het gesteld
met de emblemata van de genie en van den geneeskundigen dienst
in Nederland en Nederlandsch-Indië. Dat van de genie, een helm,
is ontleend aan den metalen helm van de sappeurs, welke aan het
hoofd der volle sappe werkten en aldus hun hoofd beschermden tegen
het geweervuur van den belegerde. Het distinctief van den genees
kundigen dienst, den aesculaapstaf, is alleen te ontcijferen door iemand,
die in de mythologie thuis is; de minderen spreken dan ook van
een „bloedzuiger, die door een knoopenschaar kijkt," terwijl spotvogels
den helm van de genie verwantschap toeschrijven met den [helm van
Minerva, de godin der wijsheid.
De gewenschte onderscheiding moet dadelijk in het oog loopen;
in dit opzicht is men bij het Nederlandsch-Indische leger niet zeer
gelukkig geweest. Artillerie, genie en geneeskundige dienst dragen
volmaakt dezelfde uniform, met uitzondering van de knoopen, terwijl
beide laatstgenoemde op den kraag hun weinig in het oog vallend
emblema dragen en de geneeskundige dienst de bies langs de mouw
opslagen mist. Over de witte uniform zal ik maar niet eens spreken
niet alleen is hier bijna geen onderscheid tuschen de wapens onderling,
maar wat van veel meer belang is tusschen subaltern en hoofd
officier is bijna geen verschil. In het buitenland heeft men meestal
zeer sprekende verschillen tusschen de wapens. Zijn in Engeland en
Frankrijk infanterie en cavalerie vrij opzichtig in rood en blauw uitgedost,
artillerie en genie daarentegen missen de roode kleedingstukken en
zijn vrij eenvoudig in het blauw gekleed, behalve eenige korpsen
„sappers and miners" van het Engelsche leger, die nog rood dragen.