268 In Engeland draagt de linie-infanterie den naam en het nummer van het iegiment op de schouderpassentende Engelsche en Wales'sche regimenten hebben witte kragen en mouwopslagen, de Schotsche geel en de lersche groen. De „koninklijke" regimenten dragen echter, van welke nationaliteit zij ook zijn, blauwe kragen en mouwopslagen. Bovendien dragen de fuselierregimenten in plaats van den helm, mutsen van zeehondenvel. In Oostenrijk heeft ieder regiment een bepaalde kleur van opslagen, gecombineerd met witte of gele knoopen. Bij de cavalerie zijn in den regel deze onderscheidingen op veel grooter schaal aangebracht. Behalve voor de verschillende soorten het gevolg van verschillend gebouwde paarden en menschen heeft men voor de enkele regimenten nog sterk sprekende onderscheidingen ingevoerd. Vooral is dit het geval bij de huzaren in Pruisen. De traditie, welke voor de kurassiers den kolder, voor de huzaren de attila of den dolman en voor de lansiers of uhlanen de ulanca met shapka voorschrijft, speelt hier weer een groote rol. Uit de voorgaande voorbeelden, die nog met veel andere zouden aan gevuld kunnen worden, blijkt duidelijk het gewicht, dat men in groote legers aan een duidelijke onderscheiding der verschillende korpsen hecht. De garde draagt in alle landen de traditioneele gardelissen op kraag en mouwopslagen. Dikwijls geeft men ze ook aan korpsen, die men boven andere wil onderscheiden, bv. in Nederland aan het cadetten- korps te Alkmaar en te Breda en aan de mariniers; in Duitschland aan de „Schutztruppen", enz. Eveneens heerscht bij de verschillende legers een zekere eenheid in het dragen van nestels. In het algemeen worden ze gedragen door officieren, behoorende tot de onmiddellijke omgeving van den souverein en den generalen staf, bv. in Nederland door de officieren van den grooten staf; in Ned. Indië door de adjudanten van den gouverneur-generaalin Frankrijk door de officieren van den gene ralen staf en door de republikeinsche garde; in Engeland door de officieren van het Hoofdkwartier en de Household Cavalry; in Rusland door adjudanten en officieren van den generalen staf. Bovendien worden ze veelal gedragen door de rijkspolitie, zooals in Nederland door de koninklijke maréchaussée, in Frankrijk door de gendarmes in Italië door de carabinieri, enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 281